Ik stond al te snotteren toen ze de trap af kwam. Met een volwassen glimlach gaf ze me een knuffel. ‘Wat wil je voor je ontbijt?’ vroeg ik zo gewoon mogelijk. ‘Havermout? Cornflakes?’ En ik stopte haar broodtrommeltje in haar tas.
Het laatste broodtrommeltje dus.
Mam, laat maar
Vanaf het eerste kind op de peuterspeelzaal. Tot nu, ruim twintig jaar later. Elke schooldag sta ik op om een broodtrommel voor ze te vullen. Zelfs in Spanje, waar eigenlijk een warme schoollunch werd geserveerd. Maar laat op de dag pas. En vaak ook te vet.
Natuurlijk kunnen ze het zelf. De middelste kreeg er de kriebels van. ‘Mam, laat maar. Ik smeer mijn eigen brood wel.’ De jongste vond het wel makkelijk. En ik denk dat ze ook wel snapte, voelde dat ik dat trommeltje bijna meer voor mijzelf maakte dan voor haar. Zoals mijn moeder dat ook altijd voor mij deed, met vaak iets lekkers erin, een kleine verrassing. Mijn moeder was trouwens nog erger dan ik, die stopte er vaak ook lieve briefjes bij. Wat ik dan weer een gedoe vond. Of gênant, afhankelijk van mijn leeftijd.
Ik heb het lekker lang gedaan, maar vandaag is dus echt de laatste schooldag van het laatste kind. Nu komt er een maand van leren en dan de examens, ze telt op haar telefoon de dagen af tot de toekomst. Na vandaag.
Ik kijk haar na als ze wegfietst. Haar lange haar wappert in haar gezicht, maar ze voelt het toch. Zonder om te kijken steekt ze nog even haar hand op.