Verhalen vangen. Dat is hoe ik het leven aanpak.
Op dit moment doe ik dat voor de Haarlemmerbuurt: een boekje met de verhalen van de mensen die hier wonen en werken.
Ambulances voor de deur
Daarom schrik ik extra als we wakker worden van ambulances voor de deur, politie, sirenes. ‘Verdrietige dag, buuf,’ roept de steigerwerker naast me, ‘er is iemand overleden.’ En ik denk: als het maar niet… toch niet die…
Dochter en beste vriend die hier tot laat examens hebben zitten te leren, schrikken er ook van wakker. Om vervolgens meteen weer manmoedig hun schriften en boeken open te slaan. Ik maak fruitsalade en koffie voor ze en vlieg dan weer naar het nieuwe huis, waar al mijn geld dat ik verdien inmiddels in een directe, rechte lijn naar toe gaat, inclusief naar de Braziliaanse schilder, die verzucht: ‘Ik begin echt een relatie te krijgen met jouw huis.’ En of ik naar dit en dat wil kijken, of hij dit en dat zo, en o ja, wil ik nog zus en zo kopen. Het is een klein en tiny huisje, maar we behandelen het als een paleisje. Vervolgens weer naar de Praxis en huppekee honderdtwintig euro down the drain en voor wat in godsnaam? Niet over nadenken, er moeten ook nog lessen voorbereid en eten gekookt. Onderweg telefoontje: goede vriend heeft geld gekregen van het filmfonds om een droomfilm te maken, wat geweldig geweldig.
Weer in mijn straat gluur ik bij de buren naar binnen, het ziet er druk en niet goed uit.
Een vrouw koopt een huis. Een kind doet examen. Een man begint aan een film. En verderop gaat er iemand dood.
(foto van een buurtinterview)