We hadden elkaar soms wel twee jaar niet gezien.
De schrijvers. Uitgevers. Boekenmensen.
Kinderachtige dingen
De gouden kinderboekenborrel, daar was ik gisteren. En met mij een groot deel van mijn schrijversleven. Het was voor het eerst dat de gouden griffel weer live werd uitgereikt, zij het in kleine kring: een borrel in plaats van een bal. De lokatie was spectaculair: de Centrale Markthal in Amsterdam. Daar moest je heen met een best wel lullig Pluk van de Petteflet treintje (waarom denken mensen toch altijd dat kinderboekenschrijvers van kinderachtige dingen houden?). Er was drank, er waren mooie odes zoals onder anderen van Stef Bos – toen ik zijn liedje later terugluisterde (‘alles wat ik zoek vind ik in een kinderboek’) leek het ineens wat sukkelig maar op dat moment was het betoverend mooi. Er hing sowieso een glans over wat ooit een saaie borrel had kunnen zijn. Maar dat kwam dus door al die collega’s, ietsje grijzer, ietsje ouder, maar nog steeds de allerbeste kringen om in te verkeren: die van de kinderboeken. Zelfs binnen mijn uitgeverij hadden sommige collega’s elkaar anderhalf jaar niet gezien, echt bizar.
Het werd nog mooier toen Pieter van ‘onze’ uitgeverij de gouden griffel won, die hem werd uitgereikt door een echte koorddanser die heel hoog vanuit het dak van die hal omlaag kwam. Pieter hield een blije, warrige speech, zoals dat hoort en ik dacht zachtjes: ooit – het mag ook over tien of twintig jaar zijn – wil ik hem ook een keer, die griffel. Zelfs die gedachte leek weer nieuw en glimmend.