Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Brief aan Laura

Brieven schrijven, wie doet het nog?

Ik krijg superfijne reacties op Liefdeswerk, het brievenboek van mij en Mireille. We jureerden ook andermans brieven, voor een schrijfwedstrijd rond het boek. En nu… heb ik zin om zelf weer een aantal brieven te schrijven. Het is mijn nieuwe blogproject; en dit is de eerste.

Lieve Laura, buurmeisje voor altijd

Je komt honderd procent zeker langs op mijn sterfbed, in de categorie ‘dingen waar ik spijt van heb’. Tot aan de dag van vandaag snap ik niet hoe wij, die als zusjes zijn opgegroeid, zo van elkaar vervreemd zijn geraakt. Keer op keer neem ik het mezelf kwalijk dat ik jou zo for granted heb genomen, dat ik totaal niet zag hoe ik over je heen denderde. Ik, die de wereld zou gaan veroveren, naast jou, die haar handen vol had om dat kleine stukje wereld wat van haar was, veilig en fijn te houden. Ik zag dat niet, ik hoorde je niet, niet echt.
Totdat jij van de ene dag op de andere de vriendschap opzegde en mijn dynamische, interessante leven met een klap tot stilstand kwam. Ja, toen overstelpte ik je met brieven, met woorden, met tranen vol spijt. Maar je was ineens van ijs geworden. Het was – gruwelijke twee woorden – te laat.
Tijd, dacht ik wanhopig, dat is er nodig. We zouden uiteindelijk elkaar wel weer vinden. Ik wist per slot van rekening zoveel van je: hoe je lievelingsknuffeldeken heette (ik weet het nog steeds), waarom je geen kinderen durfde te hebben, ik voelde zelfs iets van jouw diepe droefheid als je hees en zwaar Bonnie Tyler meezong bij de taprecorder. It’s a heartache. Nothing but a heartache. Love him till your arms break, then he lets you down. Dat ging over je vader, denk ik nu.
Ik was altijd zo graag bij je, in je huisje dat je zo goed op orde had met een echte uitzet terwijl ik al mijn geld nog uitgaf aan wilde reizen en woeste avonturen. Van jou leerde ik mijn eerste echte recepten: gebakken camembert, kabeljauw met appel en kaas. Dat maak ik nog steeds af en toe. Ik vond je zo volwassen, ik vond je zo mooi!
De ijstijd duurde tien jaar. Tien jaar waarin onze levens slechts sporadisch nog kruisten en ik elke keer mijn armen naar je uitstrekte. Ik kreeg kinderen, jij -o wonder – ook een zoontje. Op een dag zou het goed komen, dat wist ik zeker, dan zouden we alles inhalen, eindeloos bijpraten.

Dat je dood was, hoorde ik pas later, tot aan de dag van vandaag weet ik niet precies hoe. Ik heb je naam in een boek gebruikt, een ander boek aan je opgedragen. Maar dat gaat dus – alweer- over mij. Ach, allerliefste Lautje. Ik hoop zo dat dat korte leven van je in de laatste jaren mooi en vooral zacht voor je is geweest.

Love you till my arms break,

Annemieke

 

2 reacties op “Brief aan Laura”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *