Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De Openbaring

Het diner bestond uit acht vegetarische bitterballen.

Het was nog steeds de dag van de spotlights. Ik was net klaar met de boekpresentatie in de Oba en de blije kinderen zoemden om me heen. Ik sloeg snel een paar wijntjes achterover. Die bitterballen kwamen trouwens een beetje stiekem, want het was Ramadan. Daarom waren er ook zoveel over, denk ik.

Rode loper

Snel op de fiets, en door naar de Melkweg Max, waar een rode loper lag en de fotografen zich verdrongen. Gedurende de middag was ik een beetje overdressed geweest in mijn Mondriaanjurkje, in de avond juist het tegenovergestelde. Dresscode feestelijk: de film De Openbaring, waar zoveel mensen zo hard aan hadden gewerkt, ging eindelijk in première. Een film over de angst om te verliezen wat je het meest dierbaar is, over de liefde van een moeder voor haar zoon en van een zoon voor zijn moeder, over een wereld die in elkaar stort door een virus en nieuwe werelden die zich openen op schermen en in je hoofd. Over machteloosheid. Een film bovendien met mijn naam op de aftiteling, voor de vertaling en bewerking van het scenario.
Ik weet heus wel dat spotlights kortstondig zijn en vergankelijk. Dat het echte geluk zit in iets te kunnen maken, te transformeren. Die kunst heb ik – ook tijdens corona – eindeloos geperfectioneerd, zoveel mogelijk vergetend dat er niemand zit te wachten op wat je maakt.
Zo’n première is dan de kers op de taart, een heerlijk zoete kers.  Kijk, daar waren mijn stralende dochters, mijn vrienden, mijn mede-makers. Het gaf niks dat ik de volgende dag in alle vroegte als Assepoester na het bal weer voor een klas zou staan. Er was die film op groot doek, het applaus, de muziek en het proosten na afloop. Weer dronken we wijn. En nog meer wijn. Terwijl ik dus eigenlijk niet gegeten had.

Gelukkig waren er vegetarische loempia’s.  Ik at er zeven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *