Het regent heel hard en de brug is kapot.
En dat terwijl Mireille en ik het zo leuk hadden bedacht: een mooie wandeling langs de Amstel naar het Wolkershuisje waar we twee jaar geleden ons brievenboek Liefdeswerk schreven.
Turks fruit
Doorweekt en te laat komen we aan. Nu zitten er andere schrijfsters in het huisje en die hebben er een fijn Turks Fruit-avondje georganiseerd met collega’s. We praten over schrijven, en drinken en eten. De tuin en het huisje zijn nog precies hetzelfde.
Mireille en ik zetten ritueel ons boek in de kast, naast de boeken van Wolkers zelf. Nu is de cirkel rond.
Na nog meer drank vertel ik over hoe ik precies in dit huisje had gehoord dat het ineens heel slecht ging met mijn moeder. Het was onze laatste dag en Mireille en ik zouden feestelijk uit eten gaan aan de Amstel. Ik plukte een paar korenbloemen waar mijn moeder zo van hield en zei: ’Ik ga even een pyjamaatje bij haar brengen.’ Mireille ging naar het restaurant en bestelde alvast een fles rosé. Die fles rosé heeft ze alleen moeten opdrinken, het staat allemaal in ons boek. In het tehuis van mijn moeder trokken mijn zus en ik op datzelfde moment zelf maar de nieuwe pyjamaatjes aan en maakten ons op voor de wake bij onze moeder die twee nachten zou duren.
Op de terugweg regent het niet meer. Mireille en ik lopen langs de Amstel en met een enorme omweg langs de kapotte brug. Onze gesprekken gaan gewoon weer verder. Ondertussen pluk ik korenbloemen.