Mijn zus en ik gingen even in een Pipowagen wonen.
Maar dan wel een hele luxe. Eentje met een gloeiend hete hottub onder de sterren.
IJsmaan
Het idee was: we duiken even in het oog van de storm waar alles rustig is. Maar het was natuurlijk niet rustig, met mijn grote boeklancering over minder dan twee weken. En met gruwelijke ontwikkelingen in kinderboekenland, doodsbedreigingen en alles. Het was steeds bijna onmogelijk om mijn telefoon uit te zetten.
Maar de maan was vol en sterk. Mijn zus en ik dobberden als twee blije kinderen urenlang in dat hete water, terwijl de ijsmaan ons bescheen. We werden wakker met de zonsopgang over het berijpte land. Soms waren er reeën. We liepen over dijken en door pittoreske dorpjes en we praatten en praatten en kregen de slappe lach zoals alleen wij dat kunnen en hadden dan ook weer aan een half woord genoeg. ’s Nachts zat mijn zus onder dikke dekens op de schommelbank en had wijze inzichten, terwijl ik sliep als een prinsesje in het eindeloos zachte en warme bed.
‘Nu moet je ophouden met al je opsommingen van wat je allemaal nog moet doen.’ Helemaal aan het eind werd het mijn zus even teveel. Ik vond zelf ook dat ik moest ophouden.
Maar dat met mijn zus moest nooit ophouden. Die twee vrolijke Mammalous in hun woonwagen, helemaal in het midden van het niets.