De Kinderboekenbeurs in Bologna. Dat is de plek waar kinderboekenuitgevers van alle landen op zoek zijn naar nieuw talent.
Jona is net uit en ik droom van een internationale release. Vriendin Mireille heeft meerdere prentenboeken bij dezelfde uitgeverij en samen begeven we ons verwachtingsvol onder de duizenden mensen die zich op deze beurs verzameld hebben in eindeloze rijen stands.
Dat je erop drukt en het zegt boe
Onze uitgever verzorgt traditiegetrouw rijke lunches in de stand, waarbij het de bedoeling is dat er mooie ontmoetingen plaatsvinden tussen schrijvers, uitgevers en illustratoren. Ikzelf zit naast een Scandinavische uitgever die mij al in de eerste zin zegt dat hij alleen maar babyboekjes uitgeeft. ‘Dat je erop drukt en het zegt boe.’ Toch begin ik vol verve te vertellen over mijn nieuwe young adultboek. Het zoeken van jonge mensen naar hun identiteit, het belang van lezen, ik haal er van alles bij, zelfs het noorderlicht en dat ik graag naar zijn land zou komen. ‘Dat lijkt me leuk,’ zegt de uitgever en hij kijkt me zo schalks aan, dat ik meteen beschaamd mijn mond houd.
Later in een buurtrestaurant met een rommelige maar heerlijke groep collega’s, vragen Mireille en ik of de anderen hier nog goeie zaken doen. “Nee joh,’ zegt T, ‘daar hou ik me altijd verre van. Wat je hier ziet is een spel tussen uitgevers onderling.’
Dus we zijn hier eigenlijk voor spek en bonen? De schrijvers wel, constateert een ander. ‘Sommige illustratoren kunnen wel degelijk mooie deals sluiten. Maar dan moet je we heel goed zijn.’ Mark Janssen, knikken wij, toch wel een van de beroemdste en beste. Hem zien we voortdurend overal en met iedereen in gesprek. Tijdens de lunch op de stand bijvoorbeeld, waar je zag hoe iedereen het liefst naast hem wilde zitten. Maar daarna was hij ook als een van de eersten weg, nog even buurten bij de Aziaten.
Mireille en ik slaan de Aziaten maar over, ook al is die sectie dit jaar extra aanwezig. Te groot, te veel. En dan nog. We zijn Mark Janssen niet.