De ene dochter kwam en de andere ging. Binnen hetzelfde uur.
Jongste dochter ging heel stoer met de FlixBus vanaf Schiphol met haar vriendinnen naar Budapest en naar het festival Sziget. Ik ging haar uitzwaaien, het was in de avond.
Via het glas
En de middelste dochter kwam na een half jaar eindelijk terug uit Zuid Amerika. Ongeveer op hetzelfde moment, ze misten elkaar net. Gelukkig is er bij Arivals 4 een grote glazen wand waar je naar de bagagebanden kunt kijken. Via de telefoon hielden de zussen contact en uiteindelijk zagen we een klein figuurtje in volle vaart aan komen rennen. Ze zwaaiden heel hard naar elkaar via het glas. Dunya vertrok en Chaia kwam door de schuifdeuren.
Ze was bruin, ze was klaarwakker van de jetlag, ze had dorst en het meest van alles verlangde ze naar kaas. Haar vrienden stonden al klaar om de rest van de nacht met haar door te halen, haar vader stond klaar met de auto.
Voor de tweede keer die avond hield ik een reislustige dochter in mijn armen. Als je kinderen niet meer thuis wonen, zijn de aanrakingen nooit meer achteloos. Mijn lieve meisje, de energie knetterde van haar af. Tien minuten later zwaaide ik haar alweer uit en stapte zelf vredig de nachtelijke trein in, het gedicht van Kahil Gibran over kinderen in mijn hoofd.
… want hun zielen toeven in het huis van morgen,
dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.