Ik zou een dystopisch verhaal over mijn leven kunnen schrijven.
Dan zou ik het wonen op de berg in Spanje beschrijven alsof er een stukje van het universum was afgehakt. Zoals de glazen koepel die over de stad komt te staan bij de boekenserie Gone. Of Truman uit de film die tegen de bordkartonnen grens van de lucht opbotst als hij met zijn bootje begint te varen.
Stom
Het zou anders zijn, als ik nu op die berg zou komen te wonen. Toen, ruim tien jaar geleden, kwam het Internet alleen maar via een haperende satelliet, en platforms als Netflix waren voor Spanje ontoegankelijk, laat staan dat er voorstellingen gestreamd werden. Ik had het e-book nog niet ontdekt en Storytel was alleen nog maar actief in Zweden. De dichtstbijzijnde bioscoop was bijna twee uur rijden, theaters, boekwinkels, bibliotheken en musea waren er al helemaal niet – of ze waren stom. Dat laatste is denk ik niet veranderd.
Nu leef ik in een ander soort bubbel. Als ik een stukje ga lopen kom ik langs meerdere fijne boekwinkels. Ik kan me tussen het zelf schrijven door laven aan films, vrijdag is er weer Film by the Sea. Afgelopen weekend was ik bij Vis a Vis en zag een overrompelend spektakeltheater in de buitenlucht. Morgen ga ik met mijn vader naar het Concertgebouw en vanavond met de jongste dochter naar het Zwanenmeer in Carré. Een paar dagen geleden appte ze of ik er met haar naar toe wilde, ze had er iets over gelezen. En nu gaan we gewoon, op het schellinkje. Deze week stroomt over van kunst.
En dan denk ik aan de Anna die besloot op een berg in Spanje te gaan wonen. Culturele studies gestudeerd, altijd in de kunsten gewerkt en gewoond. What was I thinking?