Het was het Kinderboekenbal en ik was naarstig op zoek naar een Verhaal.
Ik wist natuurlijk dat ik dit blogje zou gaan schrijven in de nacht, dus ik probeerde anekdotes te scoren.
Minister
Sinds vorig jaar is het Kinderboekenbal, de start van de Kinderboekenweek, geen hysterisch kinderfeestje meer, maar een volwassen bal voor iedereen die werkt in de jeugdliteratuur. Ik had me er al dagen op verheugd. Omdat het thema van de Week dit jaar ‘Bij mij thuis’ is, hadden ze gekozen voor huiselijke hoekjes: de zolder, de keuken, iets met was, je kon ook ergens puzzelen. En natuurlijk was er de grote zaal waarin de Gouden Griffel door minister Dijkgraaf werd overhandigd aan een van de beste en liefste kinderboekenschrijvers die ik ken: Edward van de Vendel. Daarna was er dans, performance, een zangeres en een deejay. Zo zagen we de Zeer Belangrijke Recensent nooit meer van het danspodium af komen, samen met de altijddansers zoals de leuke schrijvers S en A die zich in duizend dansbochten wrongen. ‘Ha Thijs,’ riep ik op een gegeven moment enthousiast en de man zei: ‘Ha Anna, ik ben ook kaal maar ik ben Philip.’ Wat ik natuurlijk wist want een van mijn illustratiehelden. Zo’n avond dus. Er was een vrouw van een boekwinkel die smeekte of ze in mijn blog mocht (bij deze), een vrouw van een andere boekwinkel die me bedankte voor Jona dat ze zo mooi vond. Hindele van Lemniscaat en ik proostten met strawberry daiquiri’s. Ik was zo trots op mijn posse dat ik al dronken was voor ik dronken was, eigenlijk begon dat al tijdens het etentje met de uitgeverij van tevoren. Kijk mij hier nou zitten met de mensen van Lemniscaat!
Uiteindelijk vond ik de anekdote toen we al op weg naar de garderobe waren, in de plek die ze ‘de keuken’ noemden. Daar lagen vage blokjes kaas en pakken opengescheurde koekjes, schalde foute muziek uit de cassetterecorder en danste opperbaas van het CPNB Eveline uitbundig in het rond met een schuimspaan.