Ik danste en sprong als een dolle in het rond op het Centraal Station.
Midden tussen de mensen, middenin de spits. Niemand keek ervan op.
Stoïcijns
Wilde emoties op openbare plekken. Lang geleden, op een ander station, heb ik eens keihard staan gillen tegen iemand. Dat was later in de avond, maar ook toen viel het me op, dwars door mijn geschreeuw heen, hoe stoïcijns de mensen doorliepen. Lang leve de grote stad!
Deze keer had ik met een vriendin even koffie gedronken tussen haar en mijn werk door. Ik had verteld over de schrijversbeurs die ik had aangevraagd. Ik dacht wel dat ik hem zou krijgen, het was niet de eerste keer, maar ik werd er toch zenuwachtig van dat er maar geen bericht kwam van het Fonds. Ik zei haar dat ik de hele week al zeker vijftien keer per dag tussen het schrijven door op en neer holde van mijn huisje op twee hoog naar de voordeur, om te kijken of de post al was geweest (en dan weer droef naar boven slofte).
De vriendin moest naar haar trein. ‘Bel ze anders gewoon even,’ zei ze terwijl ze wegliep. Dat had ik zelf nog helemaal niet bedacht. Het was inmiddels vrijdag kwart voor vijf dus ik deed het maar meteen.
Ik kreeg een vrolijke mevrouw aan de telefoon die niet snapte dat ik geen brief had gehad. Niet alleen zag ze in het systeem dat ik een beurs krijg voor het boek dat ik nu aan het schrijven ben, het was ook nog eens een veel hoger bedrag dan ik zelf bij elkaar had gedroomd.
Nog tijdens dat gesprek begon ik te juichen en te springen en dat bleef ik nog zeker tien minuten doen, terwijl intussen honderden mensen die hun treinen moesten halen behendig en met serieuze gezichten om me heen manoeuvreerden.
2 reacties op “Wilde emoties op openbare plekken”
Gefeliciteerd! En gelukkig belde u zelf ipv een weekend in onzekerheid.
Gefeliciteerd!