Vrijdagavond is date night.
Hoewel mijn verloofde en ik elkaar nu ook doordeweeks vaker zien om even samen te eten of te slapen, blijft vrijdagavond onze date night, nu al zeven jaar.
Jodie Foster
‘Laten we een Jodie Foster double bill doen,’ zegt J dan bijvoorbeeld. Hij heeft op een of ander fancy Oscarfeestje een popcornmachine cadeau gekregen. Bij hem thuis hangt een filmscherm tussen de rode pluche gordijnen. Ook bij mij staat inmiddels een beamer, en kunnen we van de slaapkamer (die meer lijkt op een bedstee) de kleinste bioscoop ter wereld maken.
Vrijdag is het ankerpunt geworden in onze drukke levens waarbij zelfs de zaterdag inmiddels een werkdag is.
Maar op vrijdag werken we niet, hoe hard dat werk ook roept, nee schreeuwt. We eten. Gaan soms uit. We praten. Vooral dat praten gaat maar door, maakt niet uit waarover.
We kijken de film waarvoor Jodie Foster genomineerd is voor een Oscar (we vinden dat ze hem moet krijgen, en anders toch zeker Annette Bening die zo schaamteloos oud en lelijk durft te zijn) en daarna een aflevering van True Detective, wat een soort raar horrorsfeertje heeft. Horror is natuurlijk J’’s grote liefde en voor mij nog steeds een vrolijke flirt. De popcorn uit het apparaat is slap en J maakt andere, we eten allebei de bakken leeg. Ik krijg het laat op de avond altijd koud, zo moe ben ik, maar we hebben zachte dekentjes binnen handbereik. Af en toe valt een van ons in slaap.
Toch wordt het altijd heel laat op vrijdagavond.