Af en toe zegt een van ons: ‘Waar gaan we eigenlijk trouwen?’ Of zoiets. En dan hebben we een abstract gesprek, geen haast en geen stress.
Zo is er is een locatie die we wel tof vinden: een plek voor feesten en soms eten. Elke maand doet een kok daar iets met seizoensproducten en we gingen daar dit weekend heen, dan zouden we en passant een beetje kunnen kijken of het ook een leuke trouwplek was.
Het hek van de dam
De plek lag aan de randen van de stad, ergens in de middle of nowhere en het regende ook nog (we namen op de valreep een huurautootje).
‘Misschien willen we hier trouwen,’ vertrouwde ik toe aan de gastvrouw die ons verwelkomde. Ik vond dat ze daar wat lauw op reageerde. Iets later zou ik begrijpen waarom.
Het was met lange tafels, je zat bijna op schoot bij je buren. Reuze gezellig. ‘Wat brengt jullie hierheen?’ vroeg mijn overbuurjongen. ‘Nou…’ begon ik. Toen was het hek van de dam.
Want de overbuurjongen ging dus sowieso daar trouwen, het stel zat aan tafel met hun ceremoniemeesteressen. Aan mijn andere kant zat een jong Bulgaars/Californisch stel, diep verliefd sinds corona en ja, hij had haar een aanzoek gedaan. Daarnaast een chic piepjong setje dat alvast op die plek had geboekt voor het trouwfeest volgend jaar juli. Naast hen een middelbaar echtpaar uit Zwanenburg dat daar gewoon kwam eten en een beetje onthutst was, op een vrolijke manier, over waar ze terechtgekomen waren. Aan hun andere zijde zat dan weer een knappe bruid in spe met haar beste vriendin die ook getuige was – nog drie maanden en het was zover.
Iedereen daar was blij en verliefd. Tot en met de oudere gastvrouw aan toe. ‘Ik ga ook trouwen,’ vertelde ze ons op het eind, ze straalde er helemaal van. Er knalde vuurwerk en boven ons vloog een eenhoorn voorbij.
Raar was het ook. Alsof je ineens, zonder dat je je hebt opgegeven, meedoet aan een realityprogramma. Married at First Dinner.