‘Volgens mij heb jij heel veel karmapunten verdiend in je leven,’ zeg ik tegen de vriend die bij me eet vanavond.
Hij ontkent het niet. Maar vertelt dan over een of ander project waarbij hij betrokken was om een Tibetaans klooster van water te voorzien en waarbij een van de monniken verrast had opgemerkt: ‘Je doet het niet eens voor de karma.’
Onder de radar
Hij is een lichtend voorbeeld van iemand die bescheiden is zonder te ontkennen dat hij belangrijk werk doet. ‘Je hebt zoveel mensen zo gelukkig gemaakt,’ zeg ik. ‘En waarschijnlijk nogal wat zelfmoorden afgewend.’ Ook dat ontkent hij niet en hij vertelt hoe hij op subtiele wijze mensen met allerlei PTSS-klachten hulp laat zoeken.
Hij is een van de belangrijkste advocaten op het gebied van asielrecht en vreemdelingenrecht in Nederland en als je hem ernaar vraagt, komen er de meest schrijnende, ongelooflijke verhalen van mensen in de knel. Scherp en toch zachtaardig bepleit hij hun zaak bij de IND, vecht ondertussen een robbertje met de landsadvocaat (‘die huist in het allerchicste kantoor van Nederland’) en werkt zolang ik hem ken al keihard. En ik ken hem lang, hij is namelijk mijn zwager (als je ex een ex wordt, wordt je zwager geen exzwager, gek genoeg). In de jaren tachtig vocht hij voor eerlijker wonen in Amsterdam, voor de rechten van kinderen en nu dus voor wanhopige mensen die in hun eigen land vervolgd worden.
Hij wil niet op tv, hij wil niet in de krant, laat hem maar zoveel mogelijk onder de radar zijn werk doen. Maar ik kan het niet laten om hem in een blog te stoppen (sorry). Lieve Marcel, kom nog maar heel vaak met verhalen over je werk aan mijn tafel zitten.