Hoezo is Jona joods?’ vroeg een jongen op een middelbare school, het klonk bepaald vijandig.
En dat snapte ik. Acht maanden nadat het boek uitkwam, escaleerde de situatie in Israel.
Geen zionist
Ik ben geen zionist en Jona ook niet, maar dat maakt op dit moment weinig verschil. Er is zoveel woede – en terecht.
De vader van Jona is trouwens wel zionist – en ja, dat snap ik ook. Er is bij hem iets kapotgegaan in een vorige oorlog, in ‘onze’ Tweede Wereldoorlog, waarvan we de slachtoffers volgende week herdenken. Israel is voor de vader van Jona een plek van hoop geworden en in het boek vertrekt hij dan ook die kant op, om voor de laatste keer in zijn leven opnieuw te beginnen.
Arme vader van Jona, zijn timing is ongelooflijk. Maar vooral: arme Jona. Zijn vader in Israel, doodeng. En hij hier in Amsterdam. Waar hij ineens verantwoording moet afleggen voor iets waar hij ook niks aan kan doen: dat hij joods is.
Hoe moet dat nou, denk ik af en toe, hoe moet dat nou met Jona?
En dan hoop ik dat het verhaal van Jona en zijn vader gelezen wordt, juist ook nu.