Lieve jongste dochter, vandaag word je 21. Eind deze week, op je ’21 dinner’ zal ik je toespeechen zoals een moeder betaamt, of nouja zoals deze moeder betaamt, die altijd op zoek is naar woorden om het leven en de liefde in uit te drukken.
Maar goed, je bent dus de jongste en ik heb het misschien bij jou het beste gedaan. Moeder zijn. Zou ik nu opnieuw beginnen, dan kwam ik nog weer beter beslagen ten ijs.
Je bent nu 21, je kunt het heel goed zelf, verder groeien. Ik kijk ernaar en denk: heb ik je in die afgelopen 21 jaar dingen willen leren? Misschien dit:
Vijftien dingen
Dat ieder mens altijd een verhaal heeft en dat het een goed idee is om dat verhaal te zoeken.
Dat liefde altijd de moeite waard is.
Dat vrienden alles beter maken. Dat je daar wel in moet investeren en dat dat leuk is.
Dat vrouwen op deze wereld een grote verantwoordelijkheid dragen – willen we hem nog redden (die wereld).
Dat chocola, koffie en een boek je altijd door lastige momenten heen kunnen helpen.
Drank en drugs vast ook – maar dat je daar spaarzaam mee moet omgaan.
Dat je sowieso goed voor je lichaam moet zorgen.
Dat seks primair iets fijns is. En secundair ook.
Dat je elke week wel even een dier moet aaien of een mens en dat het aaien van een baby dubbel telt.
Dat er soms geen woorden zijn en soms geen licht. Dat je dan moet wachten.
Dat je zo vaak mogelijk heel even stil moet staan en denken: nu, hier. Dat je ziet hoe het schittert. Juist het kleine (zoals een ekster altijd op zoek is naar wat blinkt tussen de blaadjes in de modder).
Dat je soms je kop moet houden (heb ik je nogal slecht voorgeleefd) en soms je mond open moet doen ook al heb je er geen zin in.
Dat het leuk is om hard voor iets te werken (en als dat niet leuk is dat er dan iets niet klopt met het werk).
Dat naastenliefde een mooi ouderwets woord is en dat het goed is om een beetje te zorgen voor/na te denken over anderen die minder geluk hebben dan jij.
Dat je moeder van je houdt wat je ook doet en wie je ook bent. Altijd – en voor altijd.