Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

In augustus zien we elkaar

Elk jaar op zestien augustus  gaat de vrouw naar het eiland.

Ze gaat bloemen leggen op het graf van haar dode moeder. En ze gaat vreemd.

Vreemdeling

Niet met één man in het bijzonder, de vrouw -keurig getrouwd – heeft gewoon bedacht dat ze die ene nacht dat ze elk jaar op het eiland doorbrengt gaat doorbrengen met een willekeurige vreemdeling.
Tot zover het verrukkelijke gegeven van de nieuwste roman van mijn lievelingsschijver aller tijden, Gabriel Garcia Marquez. De man die mijn leven veranderde, door wie ik Spaans ging studeren, eindeloos naar Latijns Amerika reisde en door wie ik uiteindelijk zelf ben gaan schrijven. Zonder dat hij dat wist uiteraard. Toen ik vorige jaar eindelijk naar zijn geboorteland Colombia kon gaan was hij al dood. Wel kon ik toen de bedevaartstocht maken langs zijn leven en dat van zijn personages.
En nu is er dus dat nieuwe boek, postuum. Bij leven werd publicatie ervan door hem tegengehouden maar op een gegeven moment realiseerden zijn kinderen: de mist in zijn brein die hem die zelfcensuur oplegde kan zich natuurlijk net zo goed tegen hem hebben gekeerd. En zij vonden het boek wel mooi.
En dat is het ook. Als een heel bijzonder taartje heb ik het tot me genomen, steeds proevend van elke bladzijde. Ik heb hem gezien en gevoeld, Gabo. Nee, niet zijn beste boek maar wel heel fijn nu eens eentje met een sterke vrouw als hoofdpersoon die geen hoer is en met een meer dan magisch einde. Over liefde, over seks, over eenzaamheid, vergankelijkheid – al zijn thema’s komen terug.

Dus gisteren was het 16 augustus. En ik kon het niet helpen dat ik toch de hele dag dacht: welke man zal ze vanavond in haar bed nemen? Zo’n spannend voorgevoel, een wonderlijke mengeling van plaatsvervangend verlangen en gretige sensatiezucht. Dat doet Gabo met mij, nog steeds.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *