Ik heb lang niet meegemaakt dat een boek zo bleef rondzingen als Jona. En dat terwijl we op dit moment keihard bezig zijn om het volgende boek de wereld in te schoppen.
In januari verschijnt Waar ben je? en het wordt met heel veel liefde omkleed. Er komen illustraties in, wat best bijzonder is voor een vijftienplus boek en die krijg ik nu de hele tijd in mijn mailbox. Zo spannend. De redactie is nu wel echt klaar maar ook dat is met eindeloos veel aandacht gebeurd. Nu ben ik bezig met het het feestje eromheen bouwen.
Muze
Vooral bruist en borrelt het al maanden van een boek waarvan ik nog geen letter op papier heb gezet. Toch is dat nu het boek waar ik van droom en mee wakker word, wat me bij vlagen totaal in beslag neemt. Ik praat er de hele tijd over en ik heb zelfs een muze. In januari ga ik echt schrijven, ik kan bijna niet wachten,
Maar eerst nog wilde ik er de zegen over vragen aan Jesse, mijn uitgever. Ik stuurde haar een behoorlijk veranderde opzet toe en in de trein naar het gesprek erover was ik helemaal zenuwachtig. Tot overmaat van ramp had ik drie kwartier vertraging, zal je altijd zien.
Jesse wachtte me op met koffie. Er was veel te bespreken. ‘En het nieuwe boek?’ vroeg ik voorzichtig, het is nog zo pril.
Jesse tastte naar haar tas. ‘Ja, dat snap ik helemaal.’ Ik dacht dat ze mijn opzet erbij zou pakken, maar in plaats daarvan haalde ze een contract tevoorschijn. Nog geen letter op papier dus, maar alle vertrouwen van de wereld, een dag later stond er al een voorschot op mijn rekening.
‘Het enige dat ik jammer vind,’ zei Jesse, ‘is dat je mikt op publicatie in 2027. Kan dat niet eerder?’