Het tegenovergestelde van depressie is niet hoop, las ik laatst. Maar expressie.
Die zin gebruikte ik meteen in mijn speech.
Taart en ballonnen
Ik stond voor een volle zaal in het Stadsarchief, waar de verhalen van meer dan honderd Amsterdamse kinderen gaan worden opgeslagen en bewaard voor de toekomst. Verhalen die zijn verzameld tijdens twee zomers vol workshops op zomerscholen voor kinderen in de minder fancy wijken van Amsterdam. Daar hebben ze soms moeite met lezen en schrijven – maar niet met expressie. Integendeel. De verhalen werden de weerslag van hun leven in de puurste vorm, soms grappig en soms schrijnend, soms toverachtig en soms akelig realistisch.
Er waren andere schrijvers bij betrokken en natuurlijk de organisatie die die kinderen coacht, SKC. Een van de beste vormgevers van kinderboekenland, maakte er beeldschone illustraties bij. Er werden fondsen bij gehaald, een museum, en een stempel: ‘Amsterdam 750 jaar’.
Zo kwam er een boek van. Als ik de baas was van Amsterdam. (‘… dan zou ik ontslag nemen,’ had een van de kinderen geschreven).
Het werd gepresenteerd in een bomvolle zaal met taart en ballonnen, vol schrijvers in spe. Ik was ongelooflijk trots op allemaal – en ook op mezelf want, zoals ik ook zei in mijn speech, ‘het is niet: je drukt op een knopje en er komt een verhaal uit.’
Daarna daalde een aantal kinderen omlaag de trappen af, naar de kluis van het Stadsarchief om daar, samen met de kinderburgemeester van Amsterdam, de schriftjes met verhalen over te dragen. Daar liggen ze nu, een tijdcapsule voor de toekomst.
Hun toekomst.