‘Ik ben nog helemaal niet onafhankelijk,’ verzuchtte de dochter laatst. Vandaag wordt ze 26.
Wat ze bedoelde was: als er iets gebeurt, ook iets kleins als ‘in de trein je koffie over je witte broek en je medepassagiers laten vallen’, dan gaat ze meteen met haar ouders appen. Met haar vader voor vrolijke oplossingen, met mij om ‘ach wat vervelend lieverd’ te horen.
Oprecht moederlijk
Maar volgens mij is het onnodig stoer om je ouders niet meer te gebruiken voor dat soort dingen. Mijn eigen moeder bijvoorbeeld was er echt perfect in. Zelfs toen ze oud en verward was, ging ik soms bij haar zitten om te zeggen: ‘Mijn kat is ziek.’ ‘Ach wat naar.’ Of: ‘Ik heb een mooie schrijfklus gekregen.’ ‘Lieverd wat fijn.’ Soms herhaalden we diezelfde zinnen wel vijf keer in een uur, en elke keer was ze weer oprecht moederlijk. En ik oprecht kind.
Die dochter van mij leeft intussen een leven waar ik vaak alleen de kruimels van oppik. Zo heeft ze een stage als ecoloog te pakken, werkt in een lief koffietentje en omringt ze zich met vrienden. Soms appt ze me over boeken waar ze vol van is, of nieuwe recepten – altijd als ik haar naam op mijn telefoon zie, licht niet alleen mijn scherm op. Mijn originele, brainy, lieve, stuiterende middelste meisje. Net zo (on)afhankelijk als toen ze 6 was. Of 16.
En kijk nou eens: deze foto maakte iemand op een onbewaakt moment tijdens mijn boekpresentatie. Ik denk dat ze op dit moment: ‘Wat fijn lieve mama,’ zegt.