Een kind ineens in het ziekenhuis, altijd je ergste nachtmerrie.
Het ging om een ongeluk met glas en twee diepe wonden, iets met een pees. Uiteindelijk kwam alles goed, geen blijvende schade.
Horror telefoontje
Maar voordat je weer vrolijk doorleeft heb je dus dat horror telefoontje gehad, uren op de SEH gezeten en daarna samen met haar vader in een lange stille gang zitten wachten en wachten op nieuws over de operatie. En de nacht erop nog last van hardnekkige beelden in je hoofd en gruwelijke scenario’s die net niet… maar als..… Het is bijna een reden om niet aan kinderen te beginnen, om überhaupt niet van mensen te gaan houden. Je weet dat er in het leven van alles gebeurt, dat alles aan een zijden draadje, altijd, maar als het dan gebeurt, het erge, dan ga je zelf een klein beetje dood.
En nu heb ik dus de hele tijd behoefte om te bidden. Dank jullie wel, lieve engeltjes op haar schouders, dank je wel universum dat je net op tijd even je adem inhield zodat alles kon resetten.
‘Dat snap ik heel goed,’ zei een vriendin, ‘ik vond dankbaarheid altijd een stom tutwoord, totdat mijn kind een ongeluk kreeg. Toen vond ik het ineens een waardevol en prachtig woord. Dankbaar.’ Een ander zei: ‘Mijn vader is geboren en getogen in Indonesië, daar is het bedanken van geesten, engelen of voorouders heel normaal.’
Ik ben goed in rituelen bedenken maar deze heb ik nog niet helemaal uitgedacht. Het kerkje op de hoek van de straat binnenlopen en een kaarsje branden? Een goede daad terug doen richting een ander – wat dan?
Voorlopig eerst nog maar even diep, heel diep ademhalen. Met een nieuwe verse rimpel op mijn hart.
(Dit is een kunstwerk van Sarah van Sonsbeeck, dat ik gisteren zag in het Amsterdam museum. Het raam is een projectie die verdwijnt en verschijnt. De titel is: Moment of Bliss.)