Het was zondagochtend en ik was alleen thuis.
J zat op het Filmfestival van Berlijn. Op Instagram, waar ik ronddwaalde als Roodkapje in het land van de Boze Wolf, zag ik allerlei mensen die op reis waren.
Knowingly into the unknown
Engeltjes. Elk jaar nodig ik er eentje uit om op mijn schouder te zitten. Het is een soort kaartspel en dit jaar fladdert er een engeltje met de naam Avontuur om me heen.
Ik weet inmiddels wel dat avontuur niet synoniem is aan reizen. Avontuur is to go knowingly into the unknown, in mijn werk ben ik de hele tijd ontdekkingsreiziger. En ook in mijn dagelijks leven is er niet echt een duidelijke comfortzone.
Maar toch bleef ik het de hele zondag denken: waar is het avontuur? Ik was bezig met mijn belastingaangifte (lees: drie schoenendozen omgekeerd en uitgezocht) en die toekomst was bepaald ongewis. Was dat dan een avontuur?
Deze zomer ga ik trouwen, dacht ik. Is dat een avontuur? Eerder een feestje.
Of was ik misschien gewoon verwend, nog steeds een beetje een adrenaline junkie op zoek naar spanning? De hele dag dacht ik afwisselend: sleep, silent angel, go to sleep. En: hé Avontuur, kom maar op!
Be careful what you wish for, fluisterde het engeltje.