Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ik ben een feminist

Op mijn zestiende richtte ik het ‘Vrouwenoverleg’ van de Jonge Socialisten in Haarlem op. Little did I know.

Ik ben geboren in de Dolle Minatijd, mijn moeder ging zelf ook steeds meer werken hoe ouder wij werden, en bij ons thuis was iedereen gelijk.

Vermorzeld

In de praktijk ben ik zelf bij vlagen vermorzeld geraakt tussen de Dolle Mina’s en aan de andere kant de diepgewortelde patriarchale tradities van de maatschappij waarin ik nou eenmaal leefde.
Mijn vriendinnen en ik moesten een soort supervrouwen worden die werkten én voor de kinderen zorgden, onafhankelijk waren maar wel binnen een mannenmaatschappij, meegaand en toch sterk. Ik denk wel eens dat hier een van de wortels van #metoo ligt. Bijna niet te doen.
Maar wat zag ik toen ik me er min of meer uit geworsteld had, uit al deze verwarring? Vrouwen! Supersterke vrouwen die als door een soort wonder het allerbelangrijkste niet kwijt waren geraakt: hun kwetsbaarheid.
‘Huilen mag, ook dat is kracht,’ zei een van de spreeksters tijdens de Feminst March afgelopen zaterdag. En ja: daar stonden we: jong, oud, strijdend voor van alles en nog wat  (van transrechten tot abortus, van Palestina tot Amerika) maar vooral: samen. Twintigduizend vrouwen in de zon, zingend, relativerend, licht. Sterk!

En óf ik huilde.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *