Ze stonden al klaar om de deur uit te gaan, toen mijn dochter achteloos vroeg: ‘En wat is jullie levenstragedie?’
Het was dinsdag en daar waren ze weer, mijn schatjes. Voor de wekelijkse driegangenmaaltijd, Chinees deze keer, en de prikkelende gesprekken.
Theezakje
Soms zijn die gesprekken er niet, soms worden ze in gang gezet door de vraag van het theezakje, deze keer hadden mijn dochter en haar vriendin het over hun levenstragedie, of levensparadox.
Dat kon iets zijn als: Ik wil altijd ergens anders zijn dan waar ik ben – en als ik daar dan ben, wil ik weer ergens anders zijn. Of: Het werk waar ik het best in ben, is niet het werk dat ik het liefst wil doen. Of: Ik weet precies wat ik wil in het leven, maar juist die dingen lukken nooit.
Ik weet zeker dat ik op hun leeftijd mijn levensparadox niet zo helder op orde had en we waren het erover eens dat het ook nog kan veranderen in je leven. Maar zelf denk ik dat mijn tragedie onveranderd blijft, toevallig ben ik er de laatste tijd weer vaker over aan het nadenken. Iets met introvert werk en extravert willen leven. Schrijven in stilte, terwijl ik het liefst elke dag bij de koffieautomaat zou staan kletsen met collega’s. Maar naast mijn espressoapparaat sta ik met me, myself and I. Met verderop dat kleine bureautje waar ik schrijf om de diepste eenzaamheid te verdrijven.
Mensen zonder levenstragedie zijn een beetje saai, besloten we. Koester je paradoxen, zei ik zelfs – vooral tegen mezelf.
Foto Gözde Otman