Ik viel. Ik stond op. Mijn brein gaf keurig afgemeten brokjes informatie door: Die Hand. Niet Goed. Mijn ogen signaleerden een beeld uit een horrorfilm, dus zo sloeg ik het ook op. Die Hand.
Om mij heen redderden mijn collega-schrijvers met omgevallen OV-fiets, tassen, boeken. We hadden net een hele dag een school in Den Helder bezocht.
Ringen
Ik pakte mijn hand vast en liet hem niet meer los. Nog steeds met een bijna serene kalmte richtte ik me tot collega Wilma Geldof. ‘Heb jij een afspraak vanavond?’ ‘Die zeg ik af,’ zei ze meteen. En ik, die zoals zoveel mensen nooit om hulp vraag, zei rustig: ‘Daar is een taxi. Ga jij met me mee naar het ziekenhuis?’
Nou goed, mijn rechtermiddelvinger stond dus vanaf het middelste kootje in een hoek van 90 graden, de verkeerde kant op. Mijn ringen moesten afgeknipt, dat was nog een langdurig en pijnlijk klusje. Daarna trok een co assistent, voor wie dit, net als voor mij, een first was, zonder verdoving de vinger weer in kom, dat lukte gelukkig in de tweede keer. Ik heb gegild en gejankt en Wilma, die lieve Wilma, hield me vast, regelde pijnstilling, sjouwde met tassen, leidde me af. Sommige mensen kunnen dat: onnadrukkelijk op precies de goede manier aanwezig zijn.
Counting my blessings. Niet gebroken. Om hulp durven vragen. Een badje van liefde van dochters, vriendinnen, de verloofde daarna. Harde les, iets met niet zo stoer doen. Andere les, iets met pas op de plaats. Met selfcare. En dan is er nog de blessing die Wilma heet. Je gunt iedereen een Wilma.
Één reactie op “Mijn lieve schrijfhand”
Sterkte Anna! Gelukkig niet gebroken maar dat uit de kom trekken lijkt me zeeer pijnlijk