Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Strijder, dromer, hippie

Er was eens een echtpaar met negen kinderen dat een wild avontuur begon.

‘Ik wil geen geld maken,’ zei de man, ‘maar boeken.’ De vrouw vulde hem aan: ‘De mooiste boeken maak je voor kinderen.’
En zo ontstond uitgeverij Lemniscaat.

Kommer en kwel

Loop naar je boekenkast. Zoek de boeken met het achtje op de kaft. Wie is er niet groot geworden met Thea Beckman, Jan Terlouw, Charlotte Dematons, John Green, Pieter Koolwijk, Marlous Morshuis? Ik noem maar wat. Zelf ben ik zowel als schrijver en als mens gevormd door de serie ‘kommer en kwel’ uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, met titels als De laatste regels, Maak me niet kapot en Mijn vader is werkloos.
Het is een familiebedrijf. Zoon Jean Christophe nam het stokje over en gisteren werd hij 75. Er waren veel schrijvers, illustratoren en boekenmensen gekomen om dat te vieren en hij kreeg de gouden speld van het boekenvak.
Het is een soort hippiefamilie, Lemniscaat. Veel van de mensen die er werken hebben iets zachts en kwetsbaars. Ze hebben het structureel griezelig druk, op (of over) de rand van overbelast, maar toch maken ze altijd zelf tafels vol met lekker eten, met gezellige hapjes als aardbeien met chocola eromheen. Ze moeten huilen om hun eigen boeken en gaan tegelijkertijd door roeien en ruiten als ze een boek belangrijk vinden – en dat vinden ze van bijna elk boek dat ze uitgeven.

Ook al heeft Jean Christophe het roer al een tijdje geleden overgedragen aan zijn vrouw Jesse, de uitgeverij is voor eeuwig met hem verbonden. Mij heeft Jean Christophe twaalf jaar geleden binnengehaald en sindsdien heb ik er al de meest ongelooflijke avonturen beleefd.
Ik wil in Lemniscaat wonen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *