Vandaag heb ik een direct lijntje met je, mam. Het is precies vijf jaar geleden dat je doodging. Bizar lang alweer.
Lieve mama, ik ga trouwen.
Hoed
Weet je de eerste keer dat ik trouwde nog, dertig jaar geleden? Je droeg een hoed en het was middenin de winter. De nacht ervoor kwam ik bij je slapen, je woonde toen aan de Amstel. Dat vond je heerlijk, dat getut met mijn zus en beste vriendin er ook bij. Later die dag had je migraine, was je sowieso een beetje op afstand, dat zie ik op de foto’s. Maar hé, je was er.
Ach mammie, ik wil je nu ook erbij. Ik wil stralen in jouw ogen, ik wil die arm in mijn rug, de lieve kaarten die je altijd schreef, altijd spot on. Ik wil je koket zien doen naar mijn echtgenoot, die jou op zijn beurt galant een arm geeft. Ik wil dat je, zonder hoofdpijn deze keer, een dansje doet op het feest, ik wil je in je superkracht zien omdat ik dat zelf ook ben. En ook wil ik met jou nog een paar gesprekken over de liefde voeren, ik vind dat we dat net iets te weinig gedaan hebben, dat vind ik nu zo jammer.
Ik ben doorgegaan, mama. Zie je? Fijn toch?
Hé mama, het gaat goed met jouw dochter, er wordt op mij gelet. Ik wil dat jij ziet dat het goed is.
Maar dat niet alleen. Vandaag, zo aan de vooravond van de week van dit toch zo heel grote, zou ik ineens zo graag willen dat jij me heel even stevig vasthield.