Toen J mij ten huwelijk vroeg, bijna twee jaar geleden, zei ik niet meteen ja. Ik wilde ook geen nee zeggen, niet op die vraag, dus ik zat daar letterlijk met open mond.
‘Je mag er over nadenken hoor,’ zei J snel, maar dat was het niet.
‘Maar moet ik dan uit mijn huisje?’ vroeg ik uiteindelijk. Mijn tiny koophuisje in de Pijp waar ik zo hard voor gewerkt heb.
‘Natuurlijk niet,’ zei J, ‘het gaat toch prima nu?’
Toen zei ik ja. Alsof je de dop van een geschudde spafles draait, zo borrelde de blijdschap omhoog.
Horrorpafernalia
We hebben nog steeds elk ons eigen huis. Dat van mij gevuld met schrijven, stilte en studenten; J heeft een museumpje propvol horrorpafernalia waar hij vaak eindeloos zit te bellen en waar altijd muziek klinkt. Elke dag kiezen we of we samen slapen, eten, enzovoort. Wat mij betreft is dat, zeker in deze wittebroodsweken, zo vaak mogelijk, maar in de praktijk – met een man die de halve week in Vlissingen woont – valt het behoorlijk mee. Waardoor het elke keer weer nieuw is om elkaar te zien. Het is vaak tig keer op en neer fietsen en gedoe met katten die moeten eten of spullen net op de andere plek, soms kijken we een film in het ene huis en gaan dan in het andere huis slapen.
Dit weekend zaten we bij hem op het balkon en keken pal naar binnen in het huisje aan de overkant dat kennelijk in de stille verkoop staat. Een beeldschoon huisje, twee keer zo groot als de 40 vierkante meter waar ikzelf nu alles in prop maar nog steeds te klein voor ons beiden. Bovendien: J heeft een fijne huurwoning, die kan helemaal niet kopen. Maar voor mij… ik droomde even weg… een echte slaapkamer en ook eentje voor de kinderen…. het is ook nog eens mijn lievelingsstraat in Amsterdam. Maar vooral is dat huis nog dichter bij J, dan kan ik vanaf de bank naar hem zwaaien,… Totaal ongehinderd door logica mailde ik meteen de makelaar. En nu heb ik zometeen een kijkafspraak!
Dat slaat nergens op tenzij ik ergens een vriend heb die een paar ton extra op de bank heeft en die er wel voor langere tijd drie in mijn huis wil stoppen. Bel me vooral…
Ondertussen kijk ik nog steeds elke dag naar de foto’s, met en zonder J erbij. De liefde ach de liefde!
Foto Gözde Otman