Dat had ik nog nooit eerder meegemaakt: dat twee conducteurs je wakker staan te schudden.
Ik was even op en neer van het festival naar mijn huis; het dinsdagdiner fiksen, mezelf fiksen, wat klussen doen. Maar omdat ik dinsdag ook ging werken op het festival, moest ik heel vroeg, in het pikkedonker, alweer terug met de eerste trein naar Vlissingen. Waarin ik dus als een blok in slaap viel. Misschien word ik te oud voor dit soort dingen?
Allemaal over liefde
Het was het op zich waard want ik ging mijn geweldige en zeer beroemde collega Annet Schaap interviewen voor de Pabo. En daarna met haar en de regisseur en scenarioschrijver van Lampje voor een volle zaal in gesprek over hoe je van een mooi boek een mooie film maakt. Het ging allemaal over liefde natuurlijk. Over liefde en talent.
Zo’n festival is als een schoolkamp waarin van alles overal gebeurt en dat de hele tijd. Prachtig geklede vrouwen van Keti Koti Zeeland zitten naar aanleiding van een film met bezoekers te praten en te eten. De dag ervoor had ik op die plek nog een intens gesprek over Gaza meegemaakt met een joodse en een Palestijnse maker, na een film van een Palestijnse journaliste.
De zalen zitten voortdurend vol met ouwe trouwe bezoekers, maar ook met scholieren (8000 in totaal), sommigen komen aanscheuren op brommertjes. En dan is er ineens weer een ladies night: honderden schalkse Zeeuwse vriendinnen met cocktails bij een romcom.
Dit is nog niet een tiende van wat ik hier zie.
De festivaldirecteur is de bijenkoning, die zoemt overal langs, door, voorbij. Het lukt mij niet meer om hem bij te houden. Het is gewoon te veel, misschien wel juist als je er net buiten staat.
Tussen alles door vlucht ik even naar het strand. Het is eb, op het zand liggen blauwe kwallen. En zelfs die kwallen zijn enorm.


