Er was eens een jongetje met een hoofd vol verhalen.
Hij had geen vader, maar wel grote voeten en een grote neus. Zelfs de leraren op school schenen dat reuze grappig te vinden. Het jongetje verstopte zich in zijn huis en speelde met zijn poppenkast. In zijn hoofd zaten alle verhalen van de wereld.
Toen hij zo groot werd dat hij de poppenkast uit groeide, ging de jongen reizen, zo veel en zo ver mogelijk. En de verhalen in zijn hoofd schreef hij op. Grote verhalen waren het, over eenzaamheid, dood, en toverkracht, maar toch kon elk kind ze begrijpen. Ook over de liefde schreef hij, vooral als die onmogelijk was. Want daar wist hij inmiddels ook alles van.
Toen gebeurde er een wonder. De verhalen sloegen in als een bom. Iedereen wilde ze lezen. Het kleine jongetje, die inmiddels een tamelijk onooglijke man was geworden, werd uitgenodigd door koningen, wijzen en zelfs beroemde toneelspelers, die allemaal in zijn poppenkast wilden komen.
Was de man nu gelukkig? Welnee. Hij had altijd kiespijn en nog steeds die grote voeten, die inmiddels vol zaten met likdoorns en pijn deden bij elke stap. En hoe beroemd hij ook was, hij stierf alleen, na een lange, pijnlijke ziekte.
Maar nu komt het echte wonder. Want de verhalen van de man dwarrelden op als damp uit de theepot en gingen gewoon verder reizen, zomaar uit zichzelf. En dat doen ze nu nog steeds.
Ik buig voor Hans Christian Andersen. Vandaag wordt hij 205 jaar.
Auteur: Anna
Vrolijk Pasen
‘Kijk mam, dit heb ik voor Pasen op school gemaakt. Voor op de paastafel.’
Dunya tovert iets uit haar tas. Is het een paashaasje, een lammetje, een ei van gekleurd papier?
Nee.
Het is een poppetje gehuld in een mantel met hoge puntmuts, met twee gaten voor de ogen. Een Ku Klux Clan-achtige griezel.
.
Dancing like nobody’s watching
In Granada danst een meisje op een plein. Verderop zitten een paar studenten in de eerste lentezon. Sommigen lezen, twee tokkelen wat op een gitaar. En dat meisje danst dus, helemaal in haar eentje en op muziek die alleen zij hoort. Niemand kijkt ervan op, dat is misschien nog wel het prettigst. In Granada hangt soms precies de goeie hippiesfeer. Het lijkt wel wat op de Amsterdamse Jordaan: kleine straatjes, lieve huisjes, bloemen en balkonnetjes. Maar dan minder verfijnd: de boetiekjes zijn een stuk minder elegant en als je ergens op een terrasje gaat eten kan je verwachten dat je aan het eind een dikke plas olijfolie op je bord hebt.
Is dat erg? Nee, vandaag wil ik nergens anders zijn dan op dit pleintje in Granada waar de zon schijnt en een meisje danst. En waar ik even helemaal niks hoef te zeggen tegen Ilco, de liefde van mijn leven – vandaag precies een ongelooflijke zevenentwintig-en-een-half jaar lang!
Als het meisje na een tijdje wegloopt, dansen haar voeten nog steeds.
Zo’n dag dus…
Dat ik wou dat ik in Bologna was, bij de ‘kinderboekenmaffia’. In New York bij de nieuwste film van George Clooney. In Amsterdam, bij de opnamen van De wereld draait door. Ergens waar ‘het’ allemaal gebeurt – wat ‘het’ verder ook is.
Zo’n dag dat je denkt: hm, volgende week de kinderen vrij, Semana Santa, katholiek gedoe met processies en twee dagen vasten (wij niet gelukkig). Dat betekent weinig rust om aan mijn nieuwe boek te werken – maar goed, dat is toch al tijden taai als Nederlandse stroop. En waarom zie ik juist nu op het internet dat het in Nederland heerlijk zonnig is, terwijl hier al dagen van die zware doemwolken hangen – waardoor het lijkt alsof we op een In de ban van de ring-achtige toren wonen in plaats van in het zonnige Zuiden?!
(En nee, die pony is ook nog steeds niet terug).
Herfst?
Ilco komt terug en de zon gaat schijnen! Voor het eerst sinds lang zingen de vogels, die juist op dit moment terugkeren uit Afrika. En daar, over een pad van amandelbloesemblaadjes, komt mijn geliefde over de patio. Fijn detail: die blaadjes bedekken meteen de her en der uit de muur gevallen stukken verf. Ook binnen heb ik de lekplekken gedweild, en de zon van de laatste dagen heeft het huis al een stuk minder vochtig gemaakt.
Toch heb ik schijnbaar nog wat over het hoofd gezien. Terwijl we staan bij te praten in de wc (ja, we hebben een behoorlijk grote wc, meer een kamer eigenlijk) reikt Ilco ineens over mij heen omhoog. Rustig doorpratend plukt hij iets van de muur: een enorme bos grillig gevormde pikzwarte paddestoelen…
Misdaad in Montefrio
Chaia’s lievelingspony is weg. Nou is dat niet zo heel raar want de ‘manege’ heeft geen hekken, dus die paarden lopen maar zo’n beetje door de campo en je moet ze altijd eerst zoeken als je wilt rijden. Maar nu is Beetle niet teruggekomen, al een week lang. En iedereen is overstuur. Is Beetle het ‘wilde bos’ ingegaan en verstrikt geraakt in het struikgewas? Of is hij misschien… gestolen? En zo ja, door wie? Chaia gaat als een ware Isabel Snoek op onderzoek uit en krijgt vreemde aanwijzingen. Ze heeft briefjes opgehangen in de winkels en zelfs Radio Montefrio ingeschakeld, maar het meest waardevol blijkt de school. Want wie verscheurde de posters die Chaia net nog had opgehangen? En wat betekent het dat verschillende kinderen Chaia in de gang toefluisteren dat ze een pony gezien hebben… in de zigeunerwijk…
Lees verderHet groene koffertje
Spanje is minder ontwikkeld dan Nederland en Zuid-Spanje is het ergst: een soort olijvenoerwoud. De kinderen in Andalucia missen daardoor een bepaalde aansluiting met de wereld. Dus geven we ze allemaal een gratis computer.
Wat hiervan is waar? In ieder geval het laatste. Alle kinderen van de hoogste twee klassen van de basisscholen in heel Andalucia krijgen vandaag een gratis laptop van de regering. Dus ook onze Chaia. Dat wij hier thuis twee vaste computers en drie laptops hebben, doet niet ter zake. Weken is hier naar toegeleefd, brieven van de schooldirecteur en alles, en vandaag is het zover: de ouders mogen de computers ophalen. Zelfs Chaia doet hysterisch opgewonden alsof ze nog nooit eerder een laptop in handen heeft gehad.
Zoutsap
Ons is huis is door al die regen zo vochtig als de tropenkas bij Artis. Dat heeft voordelen, bijvoorbeeld voor je haar. Nog nooit zulk mooi haar gehad: leuke krullen, zomaar uit zichzelf. Minder fijn is het in de keuken. Je krijgt geen lucifer meer aan, waar je ze ook verstopt: nat! En het zout wordt zoutsap. In de kast, in de la, in een afgesloten pot. Nog heel moeilijk om goed te doseren, dat sap.
Al dat water leidt ook regelmatig tot kortsluiting en vandaag is dat bij de verwarming. Wat nu? Ilco is nog steeds bij zijn vader in het ziekenhuis. Ik bel buurman Dean, een Australier die voor de romantiek naar Andalucia is gekomen. Hij is onlangs begonnen met zijn droom: geitenhoeden. Een eigen kudde en dan leven van de kaas. Net als de grootvader van Heidi, zeg maar.
Het duurt uren voor Dean komt en ik word een beetje mopperig: die loopt natuurlijk meditatief door de velden, jonge geitjes voor het eerst naar buiten, reuze idyllisch – maar mijn jonge geitjes hebben het koud! Eindelijk zwaait de deur open. ‘Sorry,’ hijgt Dean die verbazingwekkend snel de geur van zijn geiten heeft overgenomen en er bepaalt niet meditatief uitziet. ‘Ik kon niet ophouden met melken; de helft had borstontsteking.’
Slecht-nieuws-telefoontjes zijn altijd eng en deze al helemaal: de vader van Ilco is omgevallen, de reus geveld. Hoe kan dat? Ja, hij is 88, maar deze opa gaat 100 worden, dat wisten we zeker. Zo’n rots in de branding, zo’n man als een boom, nooit ziek. Zo’n stille, bijna norse verschijning die dan ineens zeldzaam lief uit de hoek kan komen. Ilco vliegt meteen naar Nederland, ik blijf op de berg achter met drie wanhopig snikkende meisjes. ‘Opa, opa, neeeeee!’
Lees verder
Ik word wakker en denk feestelijk: 8 maart vrouwendag!
Dat denk ik trouwens helemaal in mijn uppie. Niemand van mijn vriendinnen zal me vandaag een mail sturen met ‘gefeliciteerd met vrouwendag’ erin. Ze hebben er helemaal niks mee, met dit Aletta Jacobsgevoel van sterke vrouwen. Neem Suze Groenweg, de eerste vrouw in de tweede kamer, die was een verre tante van mijn moeder. Dat is toch stoer? Of ‘brood en rozen’, dat was de leus van de vrouwen die ruim honderd jaar geleden voor het eerst de straat op gingen. Brood en rozen, dat vind ik mooi….
Maar hier haken zelfs mijn bloedeigen dochters af. Ze luisteren heus wel braaf naar mijn uitleg over wat dat is, vrouwendag. ‘O ja , dia de mujer, dat hebben we op school gehad’ (de Spaanse scholen zijn erg goed in feestdagen). Maar daarna gaan ze gauw weer met de barbies spelen. Barbies! Toen ik twaalf was, was dat ongeveer het meest seksistische (en dus bijna verboden) speelgoed wat je kon hebben. Ik kijk naar ze en denk: is dit de nieuwe generatie vrouwen, de vierde feministische golf zeg maar?