(Kaapstad, km 24179)
We hebben een reuzensprong gemaakt. Omdat in Niger twee stammen elkaar in de haren zijn gevlogen, er in Angola landmijnen zijn en in Kameroen de wegen zo nat en blubberig zijn dat je, volgens de berichten van collega-overlanders, maar twintig kilometer per dag kunt reizen, hebben we de auto in Ghana op een vrachtboot gezet. En die boot gaat helemaal naar Kaapstad. Helaas mochten wij zelf niet mee, dus we zijn naar Kaapstad gevlogen. Volgende keer meer daarover, maar nu eerst een terugblik op ruim vijf maanden West Afrika.
West Afrika was:
– Natuur! Eindeloze woestijnen met kamelen erin. Knisperend groen regenwoud. Kusten- zowel verlaten stranden vol kokospalmen als onherbergzame rotsen met aangespoeld afval van de vissers. En vaak was het net als in het boek van de Berenjacht: ‘we kunnen er niet bovenover, we kunnen er niet onderdoor… o nee, we moeten er wel dwars doorheen!’
– Nieuwe verkeersregels! Bijvoorbeeld: hoe haal ik zo gevaarlijk mogelijk in (Afrikanen doen dat bij voorkeur in een bocht, vlak voor een heuvel, vlak voor er een tegenligger aankomt, of als er net twintig geiten oversteken). Weetje: geiten gaan altijd opzij, voor schapen moet je remmen, want die blijven dom midden op de weg staan.
– Fruit! Na de mangotijd kwamen de ananassen, de groene sinaasappels, en de bananen (klein, groot, gebakken, als chips, voor het ontbijt of voor het avondeten).
Overigens zijn er ook zat woestijnweken geweest met hoogstens hier en daar een komkommer.
Lees verder