Categorieën
Afrikareis

De draak en de non-Europeans

(Drakensberg, km 26939) 

Mijn moeder is op bezoek en ze reist met ons mee naar de Drakensberg. Dat betekent in een berghutje bij de open haard zitten met verse forel op het vuur, bossen vol exotische veldbloemen plukken en ’s nachts kruiken in je bed. Ook dat is Zuid Afrika! Net als de stranden, de dierenparken en de grote, Amerikaans aandoende steden met hun overdadige supermarkten waar we nog steeds niet op uitgekeken raken. 

Maar eenmaal van de snelweg af, is het wel heel fijn om de stilte weer te horen en vanuit ons hutje naar de bruine bergketen te kijken die de grens vormt met Lesotho. Alleen Dunya is teleurgesteld: “Denk je dat hij dan misschien morgen komt, mama? Die draak.” 

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Langs de Wild Coast

(Durban, km 26339) 

Olifanten!
Kleine, grote, baby’s en hele oude rimpelige. Ze rollebollen in een modderpoel, doen spelletjes met slurven, eten de struiken kaal, poepen dikke drollen op de weg en lopen rakelings langs onze auto. Overal zijn olifanten. 

“Alle olifanten hebben lachmonden,” zegt Bloem, maar ik ben altijd een beetje bang voor ze. Olifanten zijn niet zacht zoals leeuwen, niet grappig zoals giraffen en struisvogels en niet zo mooi als zebra’s of gemsbokken. Ze zijn alleen maar reuze slim, als tenminste dat verhaal klopt dat ze het in geen twintig jaar vergeten als je een keer onaardig tegen ze hebt gedaan. Dus ben ik altijd maar erg vriendelijk als ik er eentje tegen kom, zelfs in Artis. Door het open raampje van Zeerover zeg ik zachte woordjes tegen de kolos die naast me staat, zijn kleine kraaloogje kijkt me indringend aan.
“Mam, doe niet zo stom,” zegt Chaia, “hij verstaat je echt niet hoor.”
“Weet je dat zeker?”
“Nee, dat niet.”
Ik kan het toch niet laten. En bovendien, je weet maar nooit of je nog eens een wederdienst van een olifant nodig hebt. 

 

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Werelds

(Hermanus, km 24229) 

– “Hi Ilco,” vleien de Engelse nichten van de wasserij die op een chill out room van een hippe club lijkt. My beautiful laundrette – en voor een habbekrats doen ze je was en strijken en vouwen die voor je alsof je kleren net uit de boetiek komen (mogen deze jongens met ons mee? Voor altijd?)
– “Epileer je mijn wenkbrauwen niet te grondig?” vraag ik bezorgd aan de Chinese schoonheidsspecialiste (er is hier zowaar een enorme Chinese gemeenschap) als ze na tien minuten nog steeds nieuwe scharen en pincetten tevoorschijn tovert. “Yes yes, too much, yes. Solly,” zegt ze enthousiast en smeert Chinese toverolie op mijn gezicht die warempel botoxachtige effecten heeft.
– “Good of you to come, Anna,” zegt de tandarts die op Bobby Ewing lijkt. Ook zijn kantoor doet aan Dallas denken: vanuit de behandelstoel zie je de zee en er lopen assistenten op veel te hoge hakjes. “Bleech, panoramical pictures, mouthwash?” vraagt de tandarts en doet mij, nadat ik slapjes op alles ja heb gezegd, vervolgens royaal een fluorbehandeling cadeau. Als ik wegga omhelst hij mij en zoent me innig op mijn gladde wangen.
– “Dat is dan 400 rand,” zegt de Vlaamse dokter, nadat hij zes soorten drankjes en medicijnen heeft voorgeschreven voor een hardnekkig buikgriepje van Dunya. Hij is in pak, hij komt aan huis, hij spreekt zes talen… en je kunt bij hem met creditcard betalen.
– En echt élke keer als we een biefstuk gaan eten in het steakrestaurant aan de overkant, van het hotel in Kaapstad gaan halverwege de lichten uit en verschijnt er een taart met sterretjes. De muziek gaat op topsterkte, happy birthday natuurlijk, en alle obers (“Hi, I’m your waiter tonight. My name is Mandla. From Amandla, haha.”) zetten snel hun feesthoed op en haasten zich om rondom de, meestal tamelijk beduusde, jarige te komen dansen, zodat je –net op weg naar de salad bar- in een verbijsterende kakafonie vast komt te zitten.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Alles zo licht

(Kaapstad) Lees het vorige weblog er nog eens op na en bedenk: een ruige familie die soms wekenlang op het meest simpele eten heeft geleefd; die woonde in een auto en al in geen maanden meer een supermarkt had gezien. Die ontstellend armoedige ziekenhuisjes heeft bezocht en gewend is dat van een stad alleen de hoofdstraat geasfalteerd is (en soms zelfs dat niet).
En denk dan aan Kaapstad, stad van wolkenkrabbers, koffiewinkels, shopping malls, salad bars en speeltuinen. Wasserettes met echte wasmachines erin! Warm water, onbeperkt stroom, internet zo snel als een straaljager…
Opa en oma zijn er met kilo’s boeken en drop. ‘Ik merk dat jullie lang niet veel hebben gegeten,’ zegt oma als we al genoeg hebben aan een klein bordje eten (en vervolgens de een na de ander met buikpijn naar de wc verdwijnt).
Maar het licht is hier zo helder en de golven beuken zo prachtig tegen de Kaap. Ik koop nieuwe lippenstift en nagellak in drie kleuren. Dit zijn wij natuurlijk óók: een westerse familie met een geladen credit card en erg veel trek in wijn en schuimende capuccino (Ilco en Anna) en in echt Italiaans ijs (de meisjes).

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

West Afrika – zo was het

(Kaapstad, km 24179) 
We hebben een reuzensprong gemaakt. Omdat in Niger twee stammen elkaar in de haren zijn gevlogen, er in Angola landmijnen zijn en in Kameroen de wegen zo nat en blubberig zijn dat je, volgens de berichten van collega-overlanders, maar twintig kilometer per dag kunt reizen, hebben we de auto in Ghana op een vrachtboot gezet. En die boot gaat helemaal naar Kaapstad. Helaas mochten wij zelf niet mee, dus we zijn naar Kaapstad gevlogen. Volgende keer meer daarover, maar nu eerst een terugblik op ruim vijf maanden West Afrika.

West Afrika was:
– Natuur! Eindeloze woestijnen met kamelen erin. Knisperend groen regenwoud. Kusten- zowel verlaten stranden vol kokospalmen als onherbergzame rotsen met aangespoeld afval van de vissers. En vaak was het net als in het boek van de Berenjacht: ‘we kunnen er niet bovenover, we kunnen er niet onderdoor… o nee, we moeten er wel dwars doorheen!’
– Nieuwe verkeersregels! Bijvoorbeeld: hoe haal ik zo gevaarlijk mogelijk in (Afrikanen doen dat bij voorkeur in een bocht, vlak voor een heuvel, vlak voor er een tegenligger aankomt, of als er net twintig geiten oversteken). Weetje: geiten gaan altijd opzij, voor schapen moet je remmen, want die blijven dom midden op de weg staan.
– Fruit! Na de mangotijd kwamen de ananassen, de groene sinaasappels, en de bananen (klein, groot, gebakken, als chips, voor het ontbijt of voor het avondeten).
Overigens zijn er ook zat woestijnweken geweest met hoogstens hier en daar een komkommer.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Amazing days

(Krokobite, Ghana, km 18054) 
Om bij te komen na de ziekte van Chaia zijn we de vieze stad uit gevlucht naar een tropisch kratermeer. Hier horen we weer vogels, hier kunnen we weer buiten leven. 
Voor de Ashanti is dit een heilig meer. Ze geloven dat hier de zielen van de doden komen om afscheid te nemen van de god Twi. Het is dus eigenlijk een soort transit-plek. De vissers varen niet in boten, maar op planken en gebruiken handpeddels om de doden zo min mogelijk te storen. 
Ik zwem in het meer dat rustig en vredig is. Ergens onder me zwemt Roef, die deze week, veel te vroeg, is overleden. ik kende zijn vrouw, Susan en moet al dagen aan haar denken. En er zijn nog meer doden om mij heen. Laura, Jozefien. Ilco’s vriend Wim. Bert, de man van mijn beste vriendin en vader van mijn "petekindje" Madelief. En mijn neefje Jeroen natuurlijk, hij zou nu negentien jaar zijn. 
Het is een mooie plek om afscheid te nemen van de wereld, denk ik, zelfs als je eigenlijk nog niet van plan was over te stappen, en ik zwem een tijdje met ze mee. Mijn lieve doden. 

Ilco: " En heb je ook nog gewoon lekker gezwommen?"

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Malaria

(Kumasi, Ghana, km 17329)
De koning houdt audiëntie. Hij komt in vol oornaad het paleis in, aangekondigd door trommelaars en hoornblazers. Overal zijn zwarte mannen in lange Romeins aandoende gewaden. Dit zijn de Ashanti, ooit de machtigste stam van West Afrika, rijk geworden door goud en slavenhandel (met de Nederlanders bijvoorbeeld).
De koning spreekt zelf niet. Hij neemt geschenken in ontvangst, hij luistert. Zijn raadsheer spreekt namens hem.
Deze keer is er een groep Zuidafrikanen. Zij zijn dwars door de jungle van Angola getrokken, met Landrovers, om de koning van de Ashanti een geschenk te geven: duizenden klamboes. “We hebben krokodillen getrotseerd, rivieren en oerwoud, onze auto’s zijn van de weg geraakt, maar we wilden u en dit volk dit geschenk komen brengen. Want een klamboe is een van de weinige dingen die echt helpt tegen de hier zo talrijk aanwezige malariamuggen.”

Tussen de halfblote Ashanti loopt een lange, blonde fotograaf. Het is Ilco die zich er naar binnen gekletst heeft. Natuurlijk.
Maar waar zijn al zijn vrouwen?

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Gids ten onder in Dovenland

(Hotel Dunia, Ouahigouya, Burkina Faso, km 16.284)
Iedereen in West Afrika praat over Dogon Land. Daar moet je echt naar toe, het is een hoogtepunt.
“Waarom is dat dovenland (Dunya’s benaming) dan zo bijzonder?” klaag ik, want de weg erheen is weer verschrikkelijk: kuilen, modder en enorme rivieren waar we dwars doorheen moeten rijden. 
Ik zal nooit een Camel Trophy Girl worden, vrees ik. Al zo’n keer of honderd hebben we in mijn fantasie onze assen gebroken, zijn we van de weg af geslipt, of stil blijven staan in het midden van de rivier terwijl er steeds meer water de auto binnenstroomt. Dus nadat we de zoveelste rivier ondanks mijn angstig gepiep gewoon weer veilig passeren -wat Dunya de verbaasde uitroep ontlokt: “Jij bent toch de moeder?”- mopper ik: “We hebben de Diola, de Bozo en de Biajeros al gezien, wat maakt deze Dogonstam dan zo speciaal?”
Nu weet ik het.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Timboektoe

(Timboektoe, km 15.544, 40 graden in de schaduw)
Timboektoe, stad van zout en goud. Heilige stad, waar overal jongetjes met houten schrijfplankjes voor zich de koran zitten te reciteren. Zesenvijftig dagen duurde de tocht door de woestijn, dan was de kamelenkaravaan eindelijk bij de poort van Afrika gekomen. Het rijke Timboektoe was zowel het einde als het begin. Een magneetstad.
De weg erheen is nog steeds lastig, maar in de regentijd, drie maanden per jaar, gaat er een boot over de Niger naar toe. Twee dagen en twee nachten varen langs de oever die steeds minder groen en steeds meer woestijn wordt, voorbij de vissers en de kleine modderhutjes van de Bozo-stam. Kleine blote kindjes gillen langs de oever. Nijlpaarden zwemmen verschrikt opzij.
Op weg naar Timboektoe. Tijd om te schrijven (zie Chaia’s prachtige gedicht hieronder), te mijmeren –en om de nieuwste Harry Potter uit te lezen, die een erg aardig iemand mij per koeriersdienst heeft toegestuurd (ach, afscheid van Harry Potter…). 

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

De wereld van Dunya

(Segou, km 14625)
De wereld van Dunya is als een toverbal. Je slaapt dan weer in de daktent, dan weer op een matrasje op de grond en dan ineens weer in een echt groot bed. Je drinkt het liefst rode limonade en je eet, net als de Afrikanen, bij voorkeur met je handen. Rijst, vis, ei, alles is lekker. Maar de grootste “lekkerheid” is ijs – zodra we dat ergens zien kopen we het voor haar.
In het Russisch, in het Arabisch, in het Swahili en zelf hier in Mali in het Bambara… bijna overal betekent Dunya “wereld” of “leven”. En de wereld van Dunya is roze van dikke big Knor, en roze van haar eigen blote buik en billen, want Dunya loopt het liefst bloot rond en op een of andere manier zijn haar (roze) schoenen altijd kwijt. Ze is dol op tekenen, maar nog meer op zwemmen. Staan we bij de Niger met onze tent, duikt Dunya als eerste de rivier in. Of anders wel in de zee, de waterval, het zwembad. “Papa, kom je mee?”
Dunya’s waterwereld is goud van de Afrikaanse zon,die haar vlashaartjes nog witter maakt.
De wereld van Dunya is een gouden stuiterbal en zij staat er middenin.

Lees verder