(Nouakchott)
Dit is nu ons Mauretaanse leven:
We wonen in een auberge en er trekken allerlei gehaaste reizigers aan ons voorbij, op weg naar Senegal en Mali, of alweer terug naar Europa. Voor onszelf rijgen de dagen zich aaneen als een snoer van onopvallende kralen. Af en toe zit daar een pareltje tussen:
– Ilco duikt bij het glamourloze strand door de golven met duizenden glibberige sardinen.
– Bloem en Chaia hebben voor het eerst echt vriendinnen die bij ons komen spelen en eten. Ze zijn Afrikaans en hebben mooie namen als Fatma, Tatouche en Nanouche; ineens leren onze dochters Frans.
– Dunya speelt eindeloos met een autootje “en de kindjes gingen over een hobbelweg en ze vielen niet om”.
– Ikzelf begin te fantaseren over een nieuw boek. Heel inspirerend is de bibliotheek van het centre culturel francais, weer een soort oase maar dan anders: voor het eerst sinds tijden weer boeken, schilderijen en films om me heen.
En elke dag zien we langzaam, heeeeeeel langzaam, de auto weer opgebouwd worden. Nog een week, hopelijk…..