‘Ga niet naar Madrid,’ zeg ik wel eens tegen mensen. In Granada heb je Afrika, in Sevilla heb je Romeo en Julia, in Valencia Calatrava, voor echt echt lekker eten moet je naar het uiterste noorden, voor de zee naar het uiterste zuiden – en in Barcelona heb je sowieso alles.
Toch ben ik nu alweer voor de zesde of zevende keer in Madrid en ik ga het steeds leuker vinden. In Madrid heb je namelijk veel niet, maar ook geen toeristen. Of nou ja, ze zijn er wel natuurlijk maar ze bepalen niet het straatbeeld, zelfs niet hartje zomer. Madrid is gewoon van de Madrilenen. En die eten tapas, drinken biertjes, en als ze vrij zijn lopen ze gewoon een beetje rond in een leuk jurkje net als in elke Spaanse stad. De mensen in Madrid zijn echt aardig, de auto’s rijden er opvallend rustig en er klinken verrassend weinig politiesirenes voor zo’n grote stad.
Zwembad
Als het buiten te heet is (en dat is het eigenlijk vanaf een uur of elf tot een uur of acht ‘s avonds), zijn er terrassen met sproeiers, maar ook koele marmeren musea waar je niet in de rij staat, zelfs niet voor een meesterwerk als de Guernica. Die musea zijn niet heel avantgardistisch hier in het hart van Spanje, maar toch een duik in een welkom verfrissend zwembad. Ik zie deze keer weer allemaal nieuwe dingen. En dat kan ook makkelijk, want er loopt geen enkele groepmetgidsenparasol door je beeld – wel verliefde stelletjes. Ik word zelf ook weer een beetje verliefd en daardoor trots. Kijk: Madrid! Dat is nou mijn fijne pretentieloze hoofdstad!
Één reactie op “Het hart van Spanje”
Mm, klinkt toch als een fijne bestemming voor een lang weekeinde weg 🙂
Ada