Niemand mag stom doen tegen je kind. En ze mogen haar al helemaal niet slaan.
‘Jij en papa lopen me de hele tijd te knuffelen ineens, hou daar nou eens mee op.’ De dochter is er zelf sneller overheen dan wij. Maar toch.
Bij de Appie
Het was iets met een halve botsing met een tegenligger op het fietspad. Een grote volwassen man die begon te schelden toen mijn dochter ‘Pas op’ riep. Ze fietst als een malle, daar niet van. Of nouja, eigenlijk fietst ze gewoon als een Amsterdamse puber. ‘Kankerhoer!’ brulde de opgefokte man. En daarvoor moet hij eigenlijk al branden in de hel. Zelfs de vrouwen die ik haat (ja, er zijn er wel een paar) noem ik geen kankerhoer.
‘Lul,’ riep Chaia terug, toch een veel vriendelijker scheldwoord. En ze stapte af om haar fiets op slot te zetten want ze was bij de Appie om te gaan werken. Mijn dochter is zo’n meisje in een lichtblauwe schort achter de kassa, ze is de klantvriendelijkheid zelve.
En toen gebeurde het.
De man draaide om, stapte af en kwam met zijn intimiderende twee meter recht op haar af (een meisje van zeventien!). Hij spuugde haar in haar gezicht en sloeg haar, zodat ze viel.
Zielig
Erger werd het niet, Chaia kreeg hulp en de man verdween schielijk. Politie erbij, een kleine blauwe plek bij haar oog en daarna was iedereen heel lief voor haar, om te beginnen de collega’s van de Albert Heijn.
Ik voel nog steeds dat ik die man terug wil spugen en misschien ook wel in zijn ballen schoppen met mijn puntigste stilettohakken aan. Maar ik moet ook af en toe denken aan wat hij riep, volgens Chaia, toen hij razendsnel wegfietste. ‘Wat ga je nou ineens zielig lopen doen, als ik ga huilen komt er niemand naar me toe…’
Één reactie op “Kankerhoer en lul”
Tjeetje, wat een verhaal.