Anderhalf jaar geleden begon ik aan een nieuw boek. Ik dacht dat het al bijna klaar was maar daar dachten mijn meelezers anders over. Dat kwam nogal als een klap.
Maar het was een wijs team van vijf eerste lezers waaronder mijn twee oudste dochters. Toen ik weer overeind krabbelde, realiseerde ik me dat ze allemaal hetzelfde zeiden, maar dan anders. Iets met beter kijken naar de hoofdpersonen en wat hen drijft, niet teveel for granted nemen en oppassen met zijpaden.
Kantoor
Schrijven is precies dat: kijken. Achter de woorden, door de woorden. Waar niemand anders kijkt. En dat houdt niet op als de computer uit staat.
Ik werk nu af en toe op misschien wel het mooiste kantoor van Amsterdam en vrijdag merkte ik dat ik het voor het eerst gewoon begon te vinden. Niet meer dat opgewonden gevoel over het magische ding aan mijn sleutelbos waarmee ik overal kan komen waar het voor gewone mensen verboden is. Niet meer niks horen van de vergadering om je heen omdat je alleen maar naar buiten zit te kijken, waar de stad zo prachtig aan je voeten ligt.
Ineens was het business as usual. Hard doorwerken met veel deadlines, om koppijn van te krijgen.
Buiten was iets aan de hand met volwassen mensen en hele grote vliegers. Een droevig gedoetje op een bouwterrein voor te weinig publiek, in een dreigend grauwe lucht die alle kleur opzoog. Terwijl ik zo zat te werken, gingen er steeds meer lelijke vliegers de lucht in.
Ineens sprong ik op. Ook al was ik nog niet klaar, ik kon geen minuut langer op kantoor blijven. Ik pakte mijn jas en trok hem aan terwijl ik door het raam staarde. ‘Kijk,’ zei ik tegen de ploeterende collega’s om me heen. ‘Kijk nou.’ Het leek inmiddels alsof er reusachtige spermatozoïden door de lucht schoten.
Maar niemand keek.
Één reactie op “Kijken”
Wat een mooie omschrijving. Gniffel 🙂