Er zijn hier opvallend veel toeristen van in de zestig die breeduit fietsen, die trouwens ook breeduit ZIJN. Een beetje krom, een beetje te gebruind. Het eiland is van hen, vinden zij, en dat vinden ze op een verbeten manier. Ze gaan dus altijd overdreven hard bellen en ‘hoho’ roepen als ze mijn pubers schaamteloos aan zien komen slingeren.
Die pubers gaan dan heel brutaal Amsterdams dingen terug roepen en zelfs hun middelvinger opsteken. Wie is hier nou onaardig? denk ik dan. Ik kom er niet helemaal uit, al ben ik natuurlijk onvoorwaardelijk op de hand van de meiden.
Trouble in paradise
Wie zeker onaardig is, is de mevrouw van wie we het huisje huren. Er is trouble in paradise als ze er achterkomt dat we met zeven slapen in een vierpersoonshuisje (goddank heeft ze de dagen dat we hier met 12 waren gemist). We moeten een boete betalen en ‘drie van jullie moeten ’s nachts weg’. Daar sta ik dan met mijn roedel. Ik had vantevoren gedacht dat als er zoiets zou gebeuren, ik gewoon heel eerlijk zou uitleggen dat het zo spontaan gegroeid is, dat ik uiteraard wil bijbetalen maar dat ik niet goed wist hoe ik het moest aankaarten.
Maar de eigenaresse is zo boos dat ik met mijn eerlijkheid de pot op kan. ‘Met leugenaars wil ik niks te maken hebben,’ zegt ze. En ja, ik ben natuurlijk juist niet eerlijk geweest. Ben ikzelf dan degene die eigenlijk onaardig is?
Jopie
Wat nu? Het is einde middag, het is net begonnen te regenen, iedereen heeft honger. Het internet toont alleen maar een vol en duur Texel. Moeten we dan met hangende pootjes terug naar het vasteland? ‘Ik ga het oplossen,’ zeg ik tegen de geschrokken kids en ik spring op de huurfiets. Bij de buren is alles vol maar als ik even doorfiets zie ik ineens een schattig kampeerboerderijtje. Er komt een stoere oma aan de deur die Jopie heet en die aan een half woord genoeg heeft. ‘Zet die tent hier maar neer hoor, ik hou wel een oogje in het zeil.’ En als we even later met zijn allen aankomen: ‘Hup meiden, tent opzetten voor de regen nog erger wordt. Zal ik dat luchtbed dan maar even oppompen?’ Ze zegt zelfs: ‘Als het vannacht nou te nat wordt, haal ik jullie wel naar binnen hoor.’ Dan draait ze zich naar mij, ik sta nog steeds in mijn dunne zomerbloesje dat vanmiddag nog heel lekker was. ‘En trek jij eens even gauw een jas aan, het wordt koud.’
Jopie is aardig, dat weet ik in ieder geval zeker. Jopie is onze goede fee.
2 reacties op “Onaardige mensen”
Ik hield m’n hart al vast, toen je aankondigde dat jullie met (veel) meer mensen in en rond het huisje zouden gaan bivakkeren. En zeg nou eerlijk: als jij dat huisje zou verhuren en je komt erachter dat je belazerd wordt, hoe zou jij dan reageren? Maar na de eerste boosheid had de eigenaresse ook hulpvaardig kunnen zijn met het zoeken naar een oplossing. Ik wens jullie nog een fijne tijd daar!
Jopie als reddende engel 🙂