Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Kat in de wasmachine

Natuurlijk zat de kat niet in de wasmachine. Dat wist ik al die tijd al.

Toch stond ik om zes uur op om alle kastjes open te rukken, onder alle bedden te kijken en uiteindelijk de was uit de machine te halen (zat er echt niet iets zwaars en harigs tussen?) en zelfs een internetmelding te doen van een vermiste kat. Terwijl de buitendeur niet open was geweest. Toch?

Bang

‘Mijn lieve Annemiekepiek wees toch niet zo bang. Voor wat er morgen komen gaat want morgen duurt nog lang.’ Dat schreef mijn vader ooit in mijn poesiealbum en nu u weten jullie dus ook hoe ik echt heet in plaats van Anna. Een ergere ontboezeming is dat er dus niks veranderd is. Net zoals ik me als klein meisje in bed eindeloos en zinloos zorgen lag te maken voor het schoolzwemmen de volgende dag, schrik ik ook nu weer waker van… ja van wat eigenlijk? Mijn huur te hoog, mijn werk te weinig, mijn boeken te middelmatig, mijn buik te dik. En waar is in vredesnaam die poes gebleven?  Normaal ligt ze om deze tijd naast me te spinnen. Haar zusje zoekt haar ook al.
Van kwaad tot erger. De gedachte dat ik net voor ik ging slapen gedachteloos de wasmachine aan zette zonder de inhoud te checken… Maar ook dat mijn fiets is gestolen en hoe dat nu weer moet. Dat het nu al september is en deze maand helemaal geen klussen. Dat dat nieuwe boek toch niet in de voorjaarsaanbieding komt, en heus niet zo geweldig is als ik zelf heel even in een gelukzalig moment dacht. Dat ik nooit meer jong en mooi word, dat dit wakker liggen de ravage alleen maar groter maakt…  terwijl ik juist fit moet zijn voor die belangrijke afspraak vandaag…

Bloem was komen slapen en had de kat meegenomen en opgesloten in haar slaapkamer. Dat blijkt bij het eerste ochtendlicht – als ze de wild spelende kat uit haar kamer gooit.
Maar mijn gedachten jakkeren nog steeds rond als een kat in de wasmachine.

 

4 reacties op “Kat in de wasmachine”

Lieve Anna, hoe meer stukjes ik van je lees, hoe meer ik herken. Dat geldt zo te lezen voor meer mensen, waaruit je mag concluderen dat je niet alleen staat in deze zorgen, in dit leven, in deze gebeurtenissen. Ik ben inmiddels 64 en moet dankbaar constateren dat het allemaal wat minder wordt. De zorgen, bedoel ik. Niet dat ik minder meemaak, integendeel zou ik bijna zeggen, maar om het eens populair te zeggen: het boeit me allemaal niet meer zo. Het komt wel goed.Ik moet toegeven dat ik daarbij hulp heb van een fantastische psychologe, die me er de afgelopen 2 1/2 jaar doorheen gesleept heeft. En sinds 1 1/2 jaar een nieuwe vriend, die dól is op mijn (te dikke) buik. Houd moed!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *