Een stilleven van lege koffiekoppen, vuile glazen, de laatste paar zelfgebakken koekjes.
De waxinelichtjes zijn al uit, de kamer is heel stil ineens. Daar zit ik, achter me zoemt de vaatwasser, ik heb met lichte tegenzin mijn laptop gepakt om nog wat te werken. En ik staar naar de kruimels.
Het ontbijt en de liefde
Ooit hoorde ik Linda van Dijk haar perfecte zondagochtend beschrijven: ‘In bed de krant lezen, tussen de kruimels van het ontbijt en de liefde.’ Daar denk ik tegenwoordig wel eens aan, op zondag.
Maar je hebt ook avondlijke kruimels: de vriendelijke getuigen van het etentje dat hier net plaatsvond. Dat is elke dinsdag als alle kinderen met aanhang aan mijn tafel neerploffen. Het is een goeie traditie geworden, waar ik alles voor afzeg.
Ik hou van de voorpret. Maandag, soms in het weekend al, begin ik zo’n beetje te denken over de dingen die ik ga koken, ik ga naar de Marokkaanse winkel, schil de appels voor de appeltaart, zoek nog even een receptje terug.
En natuurlijk hou ik van het roezige huis vol gelach en gepraat en van hoe al die schalen vol eten razendsnel verdwijnen. Ik luister, ik eet, ik wil ze allemaal knuffelen.
Maar misschien nog meer dan van het diner zelf houd ik van de kruimels die het verhaal van het diner navertellen. De mooiste stilte is de stilte na de storm. Met daarin de echo’s van het gelach, de geur van zelfgetrokken soep die nog overal hangt.
Het zijn meestal vier vaatwasmachines vol en een keer stofzuigen voor er weer ruimte is hier in dit kleine huisje. Maar in het kaarslicht zien de kruimels er niet uit als rommel. Het zijn de lieve brokstukken van mijn eigen volle leven.