Een club van mensen die houden van – en werken in de kunst. Strijdbaar en hartstochtelijk.
En dan dus juist geen online club: onze club wordt gedreven door de zweetdruppels van de zanger op het podium, door de echte tranen op het toneel, of doordat we de concentratie van de dirigent meemaken van heel dichtbij. Foto’s en schilderijen willen wij zien in de context van een museum of galerie – dat je er gevaarlijk dichtbij kunt komen.
Then what are we fighting for
Wij zijn niet bang, bij ons in de club, en al helemaal niet berustend. Wij moeten het hebben van de blik naar buiten, van de beweging van de wereld om ons heen. Daarom kunnen wij ook heel goed plannen maken. In ons universum zijn, bijvoorbeeld, de musea nooit dicht geweest: net zo noodzakelijk als de drogist en prima te reguleren. We schrijven als club de speeches voor onze minsters en koningen – dat kunnen we want we zijn zelf schrijvers. Die speeches hebben de impact van de beroemde Churchill anekdote. ‘Als we gaan bezuinigen op de kunst… waar vechten we dan nog voor?’
En we adviseren alle organisaties die te maken hebben met beeldvorming en opinie rond de kunsten. Bijvoorbeeld de CPNB. Zeg nou niet ‘We slaan het kinderboekenbal dit jaar maar over’, zullen we ze uitleggen. Dat is zo vreselijk jammer van al dat werk om het merk Kinderboekenweek te branden, dat is het kind met het badwater wegsmijten. Terwijl, we willen juist meer aandacht dan ooit, al was het maar om de boekwinkels te redden die op dit moment kopje onder gaan, we willen bij het Jeugdjournaal en in alle kranten horen over hoe geweldig de Nederlandse jeugdliteratuur toch is. Dus hoe gaan we dat bereiken? Om te beginnen door te roepen: ‘Het kinderboekenbal wordt dit jaar totaal anders dan je gewend bent, bereid je voor op iets dat je je over tien jaar nog feilloos zult herinneren.’
We zijn niet gek, we snappen bij onze club heus wel wat er aan de hand is met de wereld, buiten de grenzen van ons kleine landje. Maar op de Titanic speelde ook een orkestje tot het laatst toe door. Daar willen wij bij zijn met de club, op die plek staan wij. Of bij die voorlezende moeder in het benedendek natuurlijk.