Texel 2020.
- Waar de zee melkwit is van de parende oesters. We komen er pas achter nadat we er al in hebben gezwommen. Een beetje mijn thema deze week: vanuit de marge.
- Waar het nog nooit zo heet was. In de traditie die ik probeer op te bouwen zijn we er elk jaar een week, weer of geen weer. Dit jaar was de zee onze grootste vriend. Met of zonder oesters.
- Waar alle dochters langskwamen (met dank aan Corona) met hun vrienden en ik ze de hele tijd alleen maar wilde knuffelen met z’n allen.
- Waar de ene dochter mij per app verzocht om ‘de loca van je os’
- Waar er een heuse ‘bitch fight’ plaatsvond, die ook weer werd bijgelegd.
- Waar werd geriskt, gekaart en ook het spel Pandemic werd gespeeld.
- Waar ze mij wederom vroegen als spelleider van het weerwolvenspel, mijn gloriemoment.
- Waar ik behalve het zespersoons huisje ook snel een tentje in de duinen geregeld had, waar het prachtig slapen bleek te zijn naast de zee.
- Waar een gigantische meteorietenregen over het eiland trok, waardoor de tentslapers dus ‘meer dan zesenzestig vallende sterren’ zagen.
- Waar ik die hele sterrenregen ook al miste omdat ik draaierig mijn bed niet uit durfde, precies die nacht.
- Waar ik elke dag bijna manisch maar vooral blij tafels vol eten kookte, en in het inderhaast aangeschafte cakeblik taarten en broden.
- Waar mijn zus met haar mannen een hotelkamer om de hoek had en ik ook haar eigenlijk de hele tijd alleen maar wilde knuffelen.
- Waar mijn oudste vriendin op Texel ging optreden en dus ook al langskwam met al haar vertrouwdheid.
- Waar ik er op Ecomare achterkwam dat zeehondjes die verlaten zijn door hun moeder ‘huilers’ worden genoemd.
- Waar ik vervolgens heel zachtjes van moest huilen.
- Waar er werd gethuiswerkt, door aanplakkinderen met echte banen en dat dat wel gezellig was.
- Waar de muggen zachtjes zoemden, mijn moeder zachtjes zong en ik de tijd wilde omhelzen en nooit meer loslaten.
Één reactie op “Oestergeil, meteorieten en huilers. Mijn osso”
Prachtig. Prachtig.