Brieven schrijven, wie doet het nog?
Ik krijg superfijne reacties op Liefdeswerk, het brievenboek van mij en Mireille. We jureerden ook andermans brieven, voor een schrijfwedstrijd rond het boek. En nu heb ik zin om zelf weer een aantal brieven te schrijven. Het is mijn nieuwe blogproject; en dit is de zevende.
Snoezepoes!
Dit is niet de eerste brief die je van me krijgt in de afgelopen maanden. Sinds oma doodging, is er voor elke dochter de ‘zomerbrief’ gekomen: een brief waarin ik ons jaar samenvat. Maar nu ben je morgen jarig en mag iedereen meelezen.
Ik ben zo trots op je! Hoe je je door corona aan het slaan bent op heel veel manieren, met fijne vrienden en goed eten. Hoe hartstochtelijk je je op je studie hebt gestort. Zoals je eigenlijk alles doet met hartstocht. Geef jou een goed boek en het regent blije appjes over hoe je het aan het verslinden bent. Of een boek van vroeger: het kan zomaar gebeuren dat je ineens geobsedeerd raakt door ‘dat verhaal over de schoorsteenvegers’, dat MOET je dan herlezen.
Chaia met je grote hart, zo begaan met de wereld om je heen, met andere mensen. Soms zozeer dat het je overspoelt, dat had je als kind al. Dan ontploft er iets in je, moet je even terug in je hol. Het is fijn dat dat nu kan in je kamer in het studentenhuis in Utrecht – waar je volgens mij alweer snel legendarisch bent geworden.
Jij en ik hebben wel het een en ander meegemaakt in de afgelopen jaren. Je gebruikte laatst een heftig woord. Gebroken. Dat was er aan de hand, best een tijdje, we ploeterden ons er allebei doorheen. Maar de breuk lijkt geheeld. Er zal op röntgenfoto’s altijd een barstje te zien blijven, maar dat mag. Dank je voor het groeien, mijn grote dochter van bijna 23. Chaia met je gekte, je wijsheid, je diepte. Ik zit hier in Amsterdam zo verschrikkelijk van je te genieten.
Mama