Toen hij opkwam, dacht ik: wie is die oude man?
En we hadden nog wel felbegeerde gouden polsbandjes voor dit allerallerallerlaatste concert.
Helicopter
Maar toen werd Huub ineens heel jong en ik ook en zong hij Bloedend Hart, tijdens mijn eerste concertervaring ergens in een clubachtig zaaltje. En ik duizelde terug naar de tijd waarin ik de vriendin was van de grote festivalorganisator. Dansen op de vulkaan zong de band en daar gingen ze, in een helikopter door heel Nederland op 5 mei. Dat was de tweede keer dat Huub speciaal voor mij zong. Nergens goed voor, denk ik, of Binnen zonder kloppen. Niet veel later ging ik trouwen met de festivalorganisator en mijn vriendinnen vroegen: weet je het zeker? Ze hadden een foto van Huub neergezet bij mijn vrijgezellendiner. Ik wist het zeker.
Ik begon te huilen bij Als ze er niet is, het lied dat me vaak getroost heeft als het in de liefde moeilijk was. Te dansen bij Niemand in de stad omdat het nog maar gisteren was dat mijn (ook niet meer zo) nieuwe geliefde mij meenam naar Ziggo Dome: Vipplaatsen omdat deze man -ook al- speciale connecties heeft met de band. En dat Huub daar in die Vipriuimte mij weer omhelsde. Dat was dus gisteren. En nu zongen ze, na tweeënhalf uur, Mag het licht uit?
En ging het licht uit.
‘Als je nu een relatie met hem krijgt, is hij in ieder geval niet meer die beroemde muzikant,’ zei de nieuwe geliefde monter. En ik dacht: zal ik blijven op de afterparty, hem nog een keer vasthouden? Maar er waren daar honderden mensen die dat vast allemaal wilden. Dus fietste ik melancholiek door de regen naar huis, net als dat pubermeisje van vroeger, zwijmelend na ieder optreden. Alleen was ik nu geen puber meer. En De Dijk was dood.