Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Wintersport

Ik fietste door een sneeuwstorm. Het leek een soort nachtmerrie.

Het ene moment zat ik nog laat buiten op een terrasje in Bologna. En toen ineens was ik terug en moest van de ene kant van Amsterdam naar de andere fietsen. Dwars door een winterstorm.

Suburbia

Keiharde sneeuwvlagen in mijn gezicht. Mijn spijkerbroek zo nat dat je hem zou kunnen uitwringen. Schoenen kapot, sokken doorweekt. Ik fietste en fietste langs snelwegen en grauwe gebouwen in Suburbia, ik moest steeds stoppen en onder druipende gevels op mijn telefoon kijken waar ik was. Ik dacht: dit is het stomste om te doen als je eigenlijk doodmoe bent. 
Na een dik uur was ik bij Amsterdam Centraal. Daar was J ook. Ik stortte me op hem, maar vooral op koffie en chocola, de sneeuw liep nog steeds in plasjes van mij af. De trein kreeg vertraging, we misten de aansluiting.
Toen waren we dan toch in Assen, het was inmiddels donker. De sneeuw lag hoog opgetast, zeker 10 centimeter. Glibberend en glijdend ploeterden we op doorweekte schoenen naar de bioscoop – want daar was dus een filmfestival waar J me voor had uitgenodigd.
We zagen een prachtige film. Het beeld van Penelope Cruz als volwassen vrouw die onder de tafel kroop omdat ze zo graag wilde ‘spelen’ en daar weg werd gestuurd door haar ongemakkelijke puberkind… dat beeld zal ik nooit vergeten.
Of dat J en ik daarna een sneeuwballengevecht hielden, middenin de nacht. Met echte grote sneeuwballen. En toen eindelijk dat enorme zachte en vooral warme hotelbed.

Toen ik de volgende dag door het zonnige Vondelpark fietste, dacht ik nog steeds dat ik het allemaal had gedroomd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

https://www.google.com/recaptcha/api.js?onload=wpcaptcha_captcha&render=6LegNGMpAAAAAEL7VaYeN_X02PBbd0M0l9CdiY0M&ver=1.23