Mijn opperheks is dood.
Niet dat ik Mathilde nou zo vaak zag, maar sommige mensen wil je gewoon in je buurt weten.
Schaamteloos
Mathilde was sumi-e kunstenares en meesteres van rituelen. Ze heeft mij ooit op zielsniveau omarmd toen ik in de diepste van alle putten zat en sindsdien hou ik van haar. En ik ging met enige regelmaat naar haar vollemaansvieringen, mediteren met leuke vrouwen in het bos in een heuse heksenkring. Dan voelde ik de energie soms heel letterlijk knetteren tussen ons. Mathilde vond het grappig dat ik haar ‘een lekker chagrijnige opperheks’ noemde, ze was zelf ook prettig schaamteloos. Tijdens een of andere demonstratie stond ze op een dag langs de kant onvermoeibaar en blijmoedig trompet te spelen om ons moed in te blazen. ‘Houdt moed’ was haar slogan sowieso, ik heb tijdens corona daar nog een vlag van bij haar gekocht, die liet ze toen in grote hoeveelheden drukken.
Maandag was de uitvaart, en het was opvallend licht. Mathilde was zeven maanden ziek geweest en toen ik haar daarbij sterkte wenste per app antwoordde ze: ‘Ja heel onverwacht en pittig en ook mooi en bijzonder. Word gevraagd los te laten en ook levensenergie te pakken.’
Dat alles was gebeurd, omringd door veel lieve mensen (‘It takes a village to let someone go,’ zei haar zoon) en het scheen dat ze de dood zelfs met trompetgeschal had verwelkomd: Kom maar hier, groot avontuur!
Dat was natuurlijk allemaal heel mooi, maar ik fietste alleen terug door de regen en kon alleen maar denken: Ach, mijn opperheks… Mijn opperheks is dood…