Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Napels zien

En toen zat ik ineens in Napels.

Een soort minivakantie nog, even respijt van de herfst.

1000 calorieën

De avond ervoor zitten we allebei nog tot idioot laat te werken, de verloofde en ik. De volgende ochtend om half zes de wekker, en een paar uur later is daar Napels, stad van Maradonna en Sophia Loren, van pizza en Gomorra en overal muziek.
De chaos en de drukte overvallen en omarmen ons tegelijkertijd. We hebben een appartementje in een zijstraat van Spaccanapoli, met een dakterras en een hemelbed. We lopen in en uit, vallen tussendoor steeds in slaap. Ik lees het eerste boek uit, we verschuilen ons en gaan weer naar buiten, in de verrukkelijke en krankzinnige overprikkeling. Napels was waar we wilden zijn en niet het beschaafdere Rome. Die stad is het hart van Italië, zeggen ze, maar Napels is de ziel. Ook een stad die we nog lang niet snappen.
In een pizza zitten 1000 calorieën, we besluiten deze dagen te gaan onderzoeken waar de allerlekkerste te krijgen is, straks train ik het er wel weer af. Maar nu niet want er is natuurlijk ook ijs. En wijn. Napels heeft dat wat ik in Sevilla en en Granada ook altijd zo fascinerend vond: de nachten zijn eindeloos, iedereen is buiten, iedereen eet, drinkt, praat, flaneert.

Maar wij hebben gelukkig de sleutel van dat brokkelige palazzo waarin we zo hup naar de vijfde verdieping kunnen, met de marmeren trappen of de griezelig krakende minilift als die niet ergens is blijven hangen.
Beneden die eindeloze bruisende hectiek. Hier: dat hemelbed.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

https://www.google.com/recaptcha/api.js?onload=wpcaptcha_captcha&render=6LegNGMpAAAAAEL7VaYeN_X02PBbd0M0l9CdiY0M&ver=1.23