Het regent op Bali. Al de hele dag en voorlopig gaat het niet over, schijnt. Door de straten van het stadje schuifelen geschrokken toeristen, de wegwerpregenparka over het vrolijke strandhempje als een slechtpassend condoom. (lees verder)
Lees verderEen zit-wc! Met papier! En hij trekt nog door ook! (lees verder)
Lees verderOnze kleine houten ‘houseboat’ schommelt zachtjes op de pikzwarte oerwoudrivier. In de bomen zingen de gibbons, snerpen de krekels. Grote blauwe vlinders cirkelen boven de houten tafel op het dek waar we zo gaan eten. Alles is zo vredig, zo puur. Regenwoud na de regen.
Dan begint de boot ineens woest te dansen als er een razenbde speedbooot voorbij knettert. Ik zie een flits van een vrouw in de boot, met lange wapperende haren. ‘Daar gaat ze,’ wijst de kapitein, ‘de professor die je zo graag wilde ontmoeten.’
(lees verder)
Nature comes at her
Dunya klimt als een aapje in een gomboom, valt omlaag en kneust haar pols. Ze duikt in een stroomversnelling en schaaft haar buik. ‘Dat komt door haar naam,’ zegt de oerwoudgids. ‘Je weet toch wat Dunya betekent? Nature comes at her. Daarom valt ze en wordt omgegooid en geprikt. Maar uiteindelijk wordt ze vrienden met de natuur en gaat ze erin op.’
(lees verder)
Zie je dat mama?
Niet alleen gaf de gratis computer van de Kentucky Fried Chicken in Medan mij een griezelig virus (sorry aan iedereen die ik zonder het zelf te weten mailtjes over afslankkdruppels heb gestuurd) maar ook iets veel ergers: een ongeluksmail. (lees verder)
Lees verderPoepen in het paradijs
‘Mam,’ roept Dunya enthousiast, ‘ik ruik natuur!’ We zijn dwars door het oerwoud van Sumatra gereden naar een piepklein dorpje aan zee. Daar wonen we nu, in een hutje onder de kokospalmen.
(lees verder)
Koelbloedig als Dexter
Ik weet niet of ik het nog kan – reizen. Morgen gaan we naar Sumatra, maar volgens mij naar een rare plek. Hoe heb ik dat ooit kunnen boeken?
(lees verder)
Proudly presents
‘Een mooi boek over een bijzondere vriendschap. Je kunt met een gerust hart op reis gaan.’
Daar is ie dan, het mailtje waar ik zo ongeveer elk uur naar uit zat te kijken!
(lees verder)
Schattige nerds
‘Alle kinderen in een rij, op afroep van je naam naar voren komen, identiteitskaart in je linkerhand.’ We zijn bij de universiteit van Granada, waar mijn dochter van dertien rekenexamen doet. Ik kijk mijn ogen uit. Niet naar de kinderen, naar de volwassenen.
(lees verder)
Bobbeltjespapier
‘Ik pak je in in bobbeltjespapier,’ zeg ik tegen Dunya. Ze is weer eens gevallen en zit op de grond keihard te huilen.
(lees verder)
Laatste reacties