In Afrika staat iedereen altijd idioot vroeg op. Vooral mensen die op safari gaan. Want dieren spotten, zo wordt er verteld, doe je vooral bij het krieken van de dag.
Daarom hadden wij die ochtend het rijk alleen – op de vieste camping aller tijden in één van de mooiste safariplekken van Tanzania. Camping was misschien nog een te groot woord. Er waren wc’s die nooit schoongemaakt werden, hoogstens ‘gespoeld’ door weer de volgende lading Amerikaanse toeristen met buikloop. Er was een waterton en een kooi waarin je kon koken.
Terwijl wij dus rustig zaten te ontbijten gebeurde het. Een reusachtige olifant stormde op ons af. Flapperende oren, zwaaiende slurf. Terwijl ik net nog op tijd ons ontbijttafeltje opzij sleurde, stond Ilco onbeweeglijk met drie meisjes in zijn armen te kijken. Het was zelfs te laat om weg te rennen. Stof stoof op, de grond dreunde als een aardbeving. Toen was het voorbij.
Dit is maar één van de verhalen die ik heb gebruikt voor mijn nieuwe boek.
Schiet niet op mijn olifant! is ondermeer gespot in grote stapels bij de Bijenkorf. Laat het me vooral weten als je het op een spannende plek tegenkomt. En koop het snel, want voor je het weet is het weer weg.
Laatste reacties