Ik zag gisteren een bloedmooie vrouw.
Het fijne was dat ik les van haar kreeg dus ik kon haar de hele tijd schaamteloos bekijken. Het was een vrouw die je zou willen schilderen, met echte verf en op groot doek. Een vrouw die langs de zee moet lopen en daarna bij een houtvuur zitten. Eigenlijk was het een zeemeermin, nu ik erover nadenk.
Pretentieloos
De zeemeermin had ongelooflijk saaie kleren aan. Een grijs uitgelubberd vest en een stomme legging, echt van die ‘het maakt me niet uit wat ik aantrek, als ik me er maar lekker in voel’ – kleren. Sommige vrouwen hebben dat. Mijn eigen dochter kan ook zo heerlijk zorgeloos en pretentieloos met kleren doen. Hakjes, jurkjes… zitten niet lekker dus die draagt ze niet. Dat werk. Mensen vinden het vaak stoer, dat soort vrouwen. Maar die realiseren zich niet dat zeemeerminnen makkelijk praten hebben. Die zijn al zo beeldschoon van zichzelf, die kunnen inderdaad maar beter zo puur mogelijk blijven.
Gewone vrouwen daarentegen moeten er toch meer werk van maken. Kleren met een beetje flatterende pasvorm, leuke schoenen, een beetje hulp van de kapper ook. Hoe ouder, hoe lastiger. Ikzelf blijf maar kleren wegdoen richting dochters. Prachtige jurkjes en rokjes die van de ene dag op de andere te kort zijn, bloesjes met ineens teveel decolleté. Echt heel irritant.
Na de confrontatie met zo’n bloedmooie vrouw kun je twee dingen doen. Gelukkig had ik net een envelopje met geld gekregen van een klusje. Ik ging daar meteen een nieuw jurkje van kopen.